Zes leestips over rouw en verlies
Over rouw en verlies, troost en hoop verschijnen veel boeken. RD-redacteuren Rudy Ligtenberg en Mariëlle Oussoren selecteerden zes recente uitgaven die houvast kunnen bieden in droevige omstandigheden.
Uitleg bij de Ziekentroost
Achter in het psalmboek is de Ziekentroost opgenomen. Hij is opgesteld door Cornelis van Hille (1540-1600). Vanwege de inquisitie vluchtte hij naar Engeland, waar hij predikant werd. Hij kwam er in aanraking met ”Der Siekentroost”, de Nederlandse vertaling van een Engels werkje. In 1571 bracht Van Hille een bewerking ervan uit, een kort geschrift dat een plek kreeg achter de Heidelbergse Catechismus. De predikant wilde de familieleden van zieken en de ziekentroosters in zijn tijd een handreiking bieden. Later schreef Van Hille een uitgebreidere versie van de Ziekentroost. In 1586 werd op de synode van ’s-Gravenhage besloten om de Kleine Ziekentroost in het psalmboek op te nemen. In dit boek bespreekt H. M. Lobbezoo de Ziekentroost op een eenvoudige manier in vraag en antwoord. Hij is als pastoraal werker verbonden aan Cedrah en ouderling van de gereformeerde gemeente te Werkendam.
Dit is mijn troost in druk mij toegeleid, H. M. Lobbezoo; uitg. Gebr. Koster; 185 blz.; € 19,90
Meditaties over verlies en rouw
Vrijwel iedereen krijgt in zijn of haar leven te maken met verlies en rouw. Het kan gaan om het overlijden van dierbaren, maar ook het verlies van werk of gezondheid kan ingrijpend zijn. Geleden verliezen moeten worden verwerkt en rouwen kost tijd. Het is goed als we ons dan gesteund weten door mensen om ons heen. Troost is bovenal te vinden in Gods Woord. Daarom heeft ds. J. Joppe, predikant van de hersteld hervormde gemeente in Barneveld, een bundel meditaties samengesteld over troost in verlies er rouw. Hij behandelt gedeelten uit zowel het Oude als het Nieuwe Testament. „Vanuit de Bijbel wil dit boek houvast bieden als we zien op lege plaatsen in ons leven”, aldus de predikant.
Ik heb uw tranen gezien, ds. J. Joppe; uitg. Den Hertog; 128 blz.; € 14,90
Persoonlijk
In ”Overhoop en overleven” vertelt Hans Alderliesten het indringende verhaal van zijn vrouw, die op 25-jarige leeftijd kanker kreeg en overleed. Het jonge gezin gaat gebukt onder de impact van ziekte, dood en verlies. Alderliesten schrijft over hoop en leven, ziekte en dood en wat dit met het gezin doet. Door alles heen schittert Gods genade. „Het afscheid is die nacht definitief: zij beneden, ik boven. En andersom: zij Boven, ik beneden. Zij dood, ik levend. En andersom: zij levend, ik dood.”
Overhoop en overleven, Hans Alderliesten; uitg. KokBoekencentrum; 144 blz.; € 16,99
Kinderogen
Hoe leg je kinderen uit wat er gebeurt na een sterfgeval? Twee leerkrachten uit het speciaal basisonderwijs maakten het boek ”Rouw” om houvast te geven. Alle gebeurtenissen worden eenvoudig en helder opgesomd, van de komst van de rouwbrief tot de dankbetuiging. De schrijvers houden speciaal rekening met autistische kinderen. Er zitten dagritmekaarten bij het boek en een begrip als ”gepaste kleding” leggen ze expliciet uit. Anderzijds vullen de auteurs details rond rouwgebruiken soms stellig in, wat voor verwarring kan zorgen als dingen er anders aan toe gaan. Niet bij elke condoleance zijn bijvoorbeeld de gordijnen gesloten. Opvallend is ook dat er een heel kort, apart hoofdstuk gewijd is aan het thema bloemen: „Bij rouw horen geen bloemen.” Aan het slot komt de vraag naar voren: „Zou de overledene bij de Heere zijn? Of… niet?”
Rouw, Margonda Hartman-van der Vlies en Bettie Versluis; uitg. Gebr. Koster; 47 blz.; € 12,90
Naar het hospice
Het prentenboek ”Muis Mies en het hospice” is lichtvoetig en tegelijk serieus. Lianne Biemond vertelt in Piggelmeeachtig rijm over een grote muizenfamilie bij waarbij een zieke oom inwoont. Omdat de drukte te veel is voor hem, gaat de zieke naar een hospice waar „Alle dieren mogen komen/als het thuis echt niet meer gaat./ Dat zou fijn voor oompje wezen/ minder last van ons gepraat.” De muizen bezoeken oom trouw, ook als hij alleen nog maar slaapt. Voor de kleine muisjes is er een speelkamer. Door zulke verhaalelementen leren kinderen hoe het in een hospice kan zijn. Als oom sterft, reageren de muisjes zoals kinderen zouden kunnen doen: „We zullen oompje nooit vergeten./ Zullen we nu spelen gaan?”
Muis Mies en het hospice, Lianne Biemond en Corrie van der Spek; uitg. Paolo; 24 blz.; € 14,99
Prentenboek om over door te praten
In ”Vogel is dood” vertelt Tiny Fisscher ingetogen over de dood van Vogel. Een van zijn vrienden twijfelt nog, maar: „Op je rug + poten omhoog = dood.” Alle vogelvrienden (en ook de iets minder goede vrienden) staan in dit boek om hem heen, tonen emoties, kibbelen zelfs („Geen ruzie maken. Vogel is dood”) en bedenken wat er moet gebeuren („Een gat graven. En Vogel erin”). Overigens zijn de vogels juist uitbundig afgebeeld, als kleurrijke collages. De lucht is veelzeggend grijs. Dit prentenboek is –doordat het om een vogel draait– natuurlijk geen boek dat je een-op-een kunt overzetten naar de situatie dat een familielid of bekende overlijdt. Maar het biedt veel aanknopingspunten om emoties te benoemen en om op vragen in te gaan die bij kinderen naar boven komen. Dat de auteur het verhaal summier houdt en nuchter vertelt is fijn: ze laat veel ruimte voor eigen invulling.
Vogel is dood, Tiny Fisscher en Herma Starreveld; uitg. Gottmer; 32 blz.; € 14,99