John von Neumann: eminent geleerde met beroerde rijstijl
Als kind kent Neumann Janos Lajos al klassiek Grieks en Latijn, spreekt even goed Frans, Duits en Engels als zijn moedertaal Hongaars. Collega’s beweren voor de grap dat de intelligente John von Neumann van een superieure soort afstamt.
Uit een wereldgeschiedenis van 45 dikke delen citeert hij hele stukken. Letterlijk. Een hoogleraar Byzantijnse geschiedenis wil het daarom met Von Neumann niet over zijn eigen vakgebied hebben. „Iedereen denkt dat ik de grootste expert ben op dat gebied”, zei hij tegen Von Neumanns vrouw. „En ik wil dat ze dat blijven denken.”
Geschiedenis is niet eens het vak van Von Neumann, schrijft Ananyo Bhattacharya in de lijvige biografie ”De man uit de toekomst”. Hij is wiskundige. En vermoedelijk hoogbegaafd. Als hij zes is, kan hij uit het hoofd twee getallen van acht cijfers met elkaar vermenigvuldigen. Op 22-jarige leeftijd schrijft hij een wiskundige formulering van de grondslagen van de kwantummechanica. In 1930 emigreert de Joods-Hongaarse wiskundige naar de Verenigde Staten. Hij sluit zich daar aan bij het Manhattanproject, dat zou leiden tot de eerste atoombom. In die tijd schrijft hij ook een dik boek over de speltheorie – „een tak van wiskunde die zich bezighoudt met conflicten en samenwerking.”
Nadat de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki zijn gevallen, stort de wiskundige zich op de ontwikkeling van de Eniac-computer. „Als lego destijds verkrijgbaar was geweest, zou hij daarmee een model van zijn computer hebben geconstrueerd”, aldus zijn dochter Marina. Altijd is hij bezig om wat hij om zich heen ziet te voorzien van een wiskundige vergelijking, of bedenkt hij welke waarschijnlijkheidswet erop van toepassing zou kunnen zijn.
Von Neumann trekt als wetenschapper vooral op met Albert Einstein en Kurt Gödel, die zijn buren op de campus van Princeton University. Als mens heeft hij zijn onhebbelijkheden. Zo draait hij er, tot grote ergernis van zijn beide hooggeleerde buren, platen met Duitse marsmuziek.
Von Neumann geniet van autorijden, maar heeft geen rijbewijs. Hij weet een examinator om te kopen om zo het felbegeerde papiertje te bemachtigen. Maar zijn rijstijl blijft onbesuisd en spreekwoordelijk beroerd. Al rijdend berekent de wiskundige voortdurend de beste route naar zijn bestemming. Een kruispunt in Princeton heet de ”Von Neumannhoek”. Niet voor niets. Geregeld lag daar een auto van hem in de kreukels.
Hij kon er naar eigen zeggen nooit iets aan doen. „Ik reed daar”, begint een legendarisch excuus. „De bomen rechts passeerden mij keurig met 60 mijl per uur. Plotseling liep er een aan mijn kant de weg op. Boem!” Hij blijft bij al die aanrijdingen ongedeerd en bestelt dan een volgende Cadillac.
De rationele, soms wat buitenissige wiskundige heeft ook een andere, zachte kant. In stilte helpt hij een Hongaarse fabrieksarbeider aan boeken om zich de wiskunde van de middelbare school eigen te maken. Een wetenschapper herinnert zich Von Neumann als „altijd beminnelijk, altijd vriendelijk, altijd scherpzinnig en altijd indrukwekkend lucide.”
Wanneer hij op 53-jarige leeftijd sterft, is hij een beroemdheid; maar wel één die zich laat aanspreken met „Johnny.”
Bhattacharya verstaat de kunst om de theoretische verhandelingen over onder andere de kwantumnatuurkunde en de speltheorie leesbaar te maken door de vele anekdotes die hij erdoorheen vlecht. Het zorgvuldig gedocumenteerde boek had wellicht nog aan waarde kunnen winnen wanneer de auteur de godsdienstige kant van de Amerikaans-Hongaarse wetenschapper had belicht. Maar misschien had Von Neumann daar geen affiniteit mee.
Boekgegevens
”De man uit de toekomst. Het visionaire leven van John von Neumann”, Ananyo Bhattacharya, uitg. Atlas Contact; 390 blz.; € 29,99