Dat meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag. In 2003 bedroeg de inflatie nog 2,1 procent.

In 1989 kwam de inflatie uit op 1,1 procent. Sindsdien is tot 2004 de gemiddelde prijsstijging op meer dan 2 procent uitgekomen, met als piek 4,5 procent in 2001.

De lage inflatie is voor een belangrijk deel veroorzaakt door prijsdalingen van voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken.

Deze producten werden mede door de prijzenslag tussen de supermarkten 3,5 procent goedkoper dan in 2003. Alcoholhoudende dranken daalden gemiddeld 3 procent in prijs.

Consumenten betaalden ook minder voor stoffering en huishoudelijke apparaten. Daarvan zakten de prijzen 1 procent.

Audio, video, computers en software daalden zelfs 11 procent in prijs. Kleding en schoeisel werden 1,9 procent goedkoper.

Sterke prijsstijgingen waren er bij tabaksartikelen (16,1 procent) en brandstoffen (7,9 procent). Dit kwam door respectievelijk hogere accijnzen en hogere olieprijzen.

De consumenten waren ook meer kwijt aan belastingen en overheidsdiensten, waaronder bijvoorbeeld rioolbelasting en motorrijtuigenbelastingen vallen. Deze tarieven stegen gemiddeld 5,2 procent. De woninghuren gingen gemiddeld 3 procent omhoog.

In november bedroeg de inflatie 1,3 procent. Dat het percentage in december lager uitkwam, lag vooral aan de sterke prijsdaling van kleding en schoeisel. Deze daling was volgens het CBS veel sterker dan een jaar ervoor. Ook autobrandstoffen werden goedkoper. De prijzen van verse groenten stegen juist fors.