Britse economie krimpt, vermoedelijk begin van lange recessie
De Britse economie is in de drie maanden tot en met september met 0,2 procent gekrompen. Daarmee is vermoedelijk ook het begin ingezet van een langdurige recessie. De krimp was evenwel iets minder sterk dan de 0,5 procent die economen in doorsnee hadden voorzien.
Het is voor het eerste sinds begin 2021 dat de Britse economie een krimp liet noteren. Toen ging het land nog gebukt onder de strenge coronamaatregelen. Nu worstelt de economie vooral met een crisis door de gestegen kosten.
De Bank of England zei vorige week nog dat de Britse economie in een recessie terecht zal komen. Deze periode van krimp zou volgens de beleidsmakers tot wel twee jaar kunnen duren als de rentes inderdaad sterk blijven oplopen. Ook zonder renteverhogingen zou de economie tot eind 2023 krimpen, aldus de ramingen.
De krimp van de economie maakt het voor de Britse minister van Financiën Jeremy Hunt uitdagender om zijn beleid uit te voeren. Hunt wil onder andere de belastingen verhogen en snijden in de uitgaven. Dit alles is volgens hem nodig om de geloofwaardigheid van het economische beleid van de regering te herstellen na de korte periode van Liz Truss als premier.
„Ik maak mij geen illusie dat er een moeilijke weg voor ons ligt. Een weg die uiterst moeilijke beslissingen zal vergen om het vertrouwen en de economische stabiliteit te herstellen”, aldus Hunt in een verklaring. „Maar om duurzame groei op lange termijn te bereiken, moeten we de inflatie beteugelen, de boeken in evenwicht brengen en de schuld laten dalen. Er is geen andere manier.”