Lijst verdwenen Nederlanders slinkt
De lijst met niet traceerbare Nederlanders in de rampregio in Azië is gisteren verder geslonken. Over zo’n 150 personen bestaat nog onzekerheid. Maandag waren dat er nog ruim 200 en vorige week nog 500.
Van ruim dertig Nederlanders is bekend dat zij in het getroffen gebied waren toen de ramp zich voltrok. Deze mensen staan te boek als vermist. Het officiële aantal Nederlandse doden ligt nog op zes. Buitenlandse Zaken houdt er overigens ernstig rekening mee dat het aantal doden en vermisten de komende tijd nog zal stijgen.
Ook het aantal Nederlandse gewonden neemt nog toe. Mensen melden zich nog steeds bij de ANWB met verwondingen die hun terugreis belemmeren. In Thailand verblijven in totaal nog elf Nederlandse gewonden.
Het bedrag van 26 miljoen euro dat tot maandag was binnengekomen op giro 555 is gisteren niet meer bijgesteld. Onderzoeker Maurice de Hond verwacht dat particulieren uiteindelijk 75 miljoen euro storten, een record. Net als viervijfde van de Nederlanders heeft ook koningin Beatrix haar steentje bijgedragen. De Rijksvoorlichtingsdienst vertelde gisteren dat ze een „substantieel bedrag” heeft overgemaakt.
Het Rode Kruis, Cordaid en Kerkinactie kunnen de grootste bedragen tegemoet zien. Ook gaat een deel van de donaties naar instellingen die niet zijn aangesloten bij SHO. Deze gespecialiseerde hulporganisaties kunnen helpen het geld zo effectief mogelijk te gebruiken omdat zij al actief zijn in rampgebieden, aldus waarnemend voorzitter J. Roefs.
De Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) benadrukten gisteren dat elke donatie nog steeds welkom is. Artsen zonder Grenzen (AzG) vroeg eerder op de dag om te stoppen met geven omdat de stroom geld te groot was geworden en de hulporganisatie niet meer wenst te ontvangen dan nodig is voor een bepaald doel.
Een woordvoerder van SHO legde gisteren uit dat AzG zich alleen richt op medische noodhulp. „Andere deelnemende hulporganisaties kunnen alle donaties nog goed gebruiken, zeker als ze in het getroffen gebied blijven werken aan de wederopbouw”, aldus SHO.
Ook woordvoerder O. Kamsteeg van ZOA-Vluchtelingenzorg benadrukt dat met het oog op de wederopbouw een blijvende vrijgevigheid is geboden. „Deze ramp is zo groot en er is zo veel geld nodig. Ik kan op dit moment echt niet zeggen: Dan en dan is het voldoende. Verder zitten er in de gebieden waar wij werken 34.000 families zonder huis. Ook het zorgen voor tijdelijk onderdak kost geld.”