Men leest hem of men leest hem niet
Titel:
”Rondo Veneziano”
Auteur: Gerrit Krol
Uitgeverij: Querido, Amsterdam, 2004
ISBN 90 214 7018 7
Pagina’s: 264
Prijs: € 16,95. Titel: ”Laatst met een vrouw. Kortebaankampioen”
Auteur: Gerrit Krol
Uitgeverij: Querido, Amsterdam, 2004
ISBN 90 214 7018 7
Pagina’s: 224
Prijs: € 19,90.
Gerrit Krol is een van de weinige Nederlandse schrijvers die zich decennialang in de publieke belangstelling mogen verheugen. Veel schrijvers zijn een poosje bekend en verdwijnen dan weer uit beeld. Of laten slechts zo nu en dan iets van zich horen. Zo niet Gerrit Krol: sinds zijn debuut in 1962 is hij een van de vaste coördinaten van de Nederlandse literatuur.
Krol (1934) is kortgeleden zeventig geworden. Dat kan hij natuurlijk niet beter vieren dan met een nieuwe roman. Zou het zijn laatste zijn? Krol lijdt aan de ziekte van Parkinson en gaf in een interview aan dat schrijven hem niet zo best meer afgaat. Hoe dan ook, zijn literaire productie van de afgelopen 42 jaar is imposant. Hij schreef ruim vijftien romans, zo’n vijftien essaybundels plus een reeks boeken met columns, korte verhalen en novelles. In totaal zo’n vijftig boeken. Zeer bekend van Krol zijn de vroege romans ”Het gemillimeterde hoofd” (1967) en ”De chauffeur verveelt zich” (1973). Naar aanleiding van het laatste boek publiceerde dichter en literatuurdocent Ad Zuiderent in 1989 een proefschrift: ”Een dartele geest”.
Nu is Krol inderdaad een dartele geest. Hij schrijft „lenig”, zoals een jury zijn stijl eens omschreef. Hij is onvoorspelbaar. Krol is een experimenterend auteur, die zich in zijn werk niet de wet laat voorschrijven. Hij heeft een hekel aan romans waarvan je de inhoud gemakkelijk kunt navertellen. Eerder vormen zijn literaire teksten zoekontwerpen of ordeningen die wel een aantal zaken in kaart brengen, maar ook veel openlaten. Krol wil veel meer suggereren; in elk geval nooit vastleggen of geprononceerd uitspreken.
Kwaliteiten
Al heel lang geleden constateerde Aad Nuis, voormalig staatssecretaris en voordien literair recensent: Krol „lijkt me een schrijver voor een klein, maar trouw publiek, dat graag alles van hem zal willen lezen als het de smaak eenmaal te pakken heeft. (…) Krol is een schrijver die zich, zeker in zijn latere boeken, weinig aantrekt van conventies die gelden voor de vorm van een verhaal. In ”Het gemillimeterde hoofd” staan bijvoorbeeld achtendertig wiskundige figuren en een flink aantal formules, ruim voldoende om een bepaald type van literair geïnteresseerden spoorslags op de vlucht te jagen.” Kortom, er zijn Krol-lezers en mensen die liever geen Krol lezen. Dat de man intussen kwaliteiten heeft die door vriend en vijand erkend worden, bewijzen de vele prijzen die hij ontving, waaronder de Constantijn Huygensprijs en de prestigieuze P. C. Hooftprijs.
Nuis schreef het bovenstaande in de jaren zeventig. Wat hij toen al aanvoelde, geldt na 25 jaar nog steeds, vermoedelijk nog sterker: vanwege de eigenaardigheden van Krols schrijverschap heeft hij een vaste lezersgroep. Er zijn doorgewinterde Krol-lezers, die jaar in jaar uit Krol lezen; prettig voor hen dat hun Krol vrijwel elk jaar een of twee boeken publiceert. Ook voor 2004 geldt dit laatste: naast de nieuwe roman ”Rondo Veneziano” verscheen een verzameling met columns van zijn hand: ”Laatst met een vrouw”. Bovendien werd Krols debuutroman, ”De rokken van Joy Scheepmaker”, herdrukt in gewijzigde vorm.
Kennismaking
Nu moet ik iets bekennen. Ik ben geen Krol-lezer. Aan het oeuvre van Krol ben ik gewoonweg nooit begonnen. Niet dat ik er iets op tegen had, maar het kwam er gewoon niet van. Nu Krol zeventig is geworden en de aandacht van de media zich richten op zijn werk, wilde ik graag eens ’een Krol’ proberen: de nieuwe roman ”Rondo Veneziano”. Een kennismaking die niet meeviel, maar wel uitdaagt.
In Krols nieuwe roman draait het verhaal -dat dus geen rechttoe rechtaan verhaal is- om een conferentie van een groep geleerden van uiteenlopende wetenschappelijke disciplines. Er worden lezingen gehouden, die veelal uitvoerig door Krol worden weergegeven. De lezingen -die soms door reeds overleden geleerden gehouden worden; de zeventiende-eeuwer Newton zien we zelfs even in levenden lijve- vertonen een hoog beschouwelijk gehalte en zijn doorspekt met natuurkundige en wiskundige zaken. Daarnaast zijn er tal van reflecties tussendoor, soms van een paar regels lengte, of gesprekjes waarin gefilosofeerd wordt over uiteenlopende onderwerpen. De roman bevat kortom een massa thema’s, motiefjes, inzichten, stellingnames en vraagstellingen. Halverwege de roman is er feitelijk al geen lijn meer in te ontdekken.
Opvallend dat Krols columns, zoals nu gebundeld in ”Laatst met een vrouw”, wel helder en duidelijk zijn. Het zijn aardige verhaaltjes, onderhoudend, soms gevat - maar meer niet. Beslist niet subliem, maar wel aangenaam leesbaar. Hoe kan dit nu zó in tegenstelling staan met zijn fictieve werk?
Scharnierpunt
Hoofdpersoon in ”Rondo Veneziano” is Jan Pipper, deelnemer aan het congres. Hij is een man die de schijn ophoudt: hij is helemaal niet geleerd, maar doet zich wel zo voor. Hij is op het congres in het gezelschap van Vicky, een jonge vrouw die hij al heel lang kent. In een verhaallijn terzijde valt te lezen over Pippers verleden. Twee dingen vallen op: hij is bang om doorzien te worden en hij verlangt ernaar een belangrijk mens te zijn: „„Daar heb ik altijd van gedroomd”, vertelde ik haar op de terugweg. „Een scharnierpunt van de wereld te zijn. En dan niet als een Napoleon, of een Hitler, of een Churchill of een Contarini, maar zonder publiek, bij het licht van een kaars. Dat je dat ene boek schrijft waardoor de wereld zich omgooit in zijn slaap. Een Newton. Een Erasmus. Een Petrarca. Een Maxwell. Een Stendhal.” „Zijn dat de grootsten?” „Dat zijn de grootsten.””
Deze roman moet zo’n typisch Krol-product zijn waarvoor letterlievenden zo warm lopen. Er is veel natuurwetenschappelijke informatie, er is een brokkelig verhaal en een sfeer van exactheid, het is kortom een experiment van vertelkunst. Krol wil duidelijk op een specifieke manier naar de dingen kijken. Maar wat heb je gezien, als lezer? Wat heeft Krol je getoond? Het blijft lastig dat te bepalen. Het gebrek aan coherentie in dit diffuse boek is daaraan debet. Krols romantechniek moet niet op voorhand toegejuicht worden, lijkt me. Dat willen Krol-bewonderaars wel graag en ook het gros van de vaderlandse recensenten lijkt die kant op te denken. Maar een roman moet zich bewijzen voor de lezer. Wellicht zie je meer betekenis schitteren in ”Rondo Veneziano” wanneer je jarenlang Krol leest en herleest. Dat is goed mogelijk; in die kans schuilt de uitdaging van zijn werk. Een schrijver die zo nadrukkelijk en op een voor velen overtuigende manier naar mogelijkheden zoekt om met de wichelroede van het verhaal iets op te vangen, daagt uit. De man heeft tenslotte een rij van zo’n vijftig boeken geschreven, die kennelijk het vermogen hebben te boeien. Moet je om deze auteur op waarde te leren schatten gewoonweg een aantal boeken van hem lezen en zelfs herlezen? Gaan er dan werelden voor je open? Omdat die kans erin zit, zal ik die twee eerdergenoemde vroege romans, waarmee Krol zijn naam en ’methode’ vestigde, toch maar eens antiquarisch op de kop proberen te tikken.