Helaas heeft haar man Leib gokschulden en wordt hij achtervolgd door een duistere figuur uit Mokum. En wat is zijn rol geweest bij het overlijden van hun zoontje destijds?

Jael worstelt om rond te komen en probeert tegelijkertijd haar dromen na te jagen. Ze blijft rupsen zoeken en tekenen, om hun ontpopping tot vlinder vast te leggen. Zal ze ooit haar geliefde Mokum weer kunnen zien?

In ”Het rupsenhuis” neemt Jeanine de Vries de lezer vanaf de eerste bladzij mee naar het jaar 1710, toen de Zuiderzee nog woest was en mensen van dorp tot dorp met een trekschuit reisden. De Vries heeft een bijzondere schrijfstijl waardoor je als lezer geen seconde achterover leunt, maar actief betrokken blijft bij de gebeurtenissen. Naast de realistische weergave van het dagelijks leven in de achttiende eeuw, met stromatrassen, herbergen, gemakhuisjes en chirurgijnen, speelt het verhaal van de botanicus Sibylla Merian, die het leven van rupsen gedetailleerd tekende.

De setting van het verhaal is origineel en prachtig neergezet in haar ruwheid en armoede. De historische kant van het bestaan van de Joodse gemeenschap, zowel in Amsterdam als in Franeker, wordt op een mooie manier belicht, waardoor ook dit stukje geschiedenis tot leven komt. Dit alles maakt dat ”Het rupsenhuis” absoluut de moeite waard.

Boekgegevens

”Het rupsenhuis”, Jeanine de Vries; uitg. Mozaïek; 335 blz.; € 21,99