Column Mariska: Schoenen passen
Mijn telefoon staat inmiddels vol met foto’s van jassen, trainingsbroeken en truien. Het zijn stille getuigen van pogingen om met mijn zonen op afstand nieuwe kleren aan te schaffen.
„Deze?” tik ik tijdens zo’n winkelenopafstandafspraak onder een foto van een groen jack. „Mwah”, tikt de ander even later als antwoord. Of: „Andere kleur graag” en, als ik heel veel geluk heb, „Neem maar mee.”
Tuurlijk, andere moeders zullen dat vast pedagogisch verantwoorder aanpakken. Die hebben hun jongens geleerd zelf kleding te kopen. Of de zoons gaan met hun moeders mee op kledingjacht. Mij is dat niet gelukt. Ik heb tot nu toe toegegeven aan hun felle afkeer van shoppen. Met in m’n achterhoofd het idee dat ik hen op deze manier nog wat kan bijsturen. Een broek zonder gaten of een trui zonder capuchon is tenslotte ook wat waard.
Nu moeten er nieuwe schoenen komen en daarvoor maak ik graag een uitzondering op mijn shoppen via WhatsApp. Ik negeer smekende blikken en sleep op een vrije woensdagmiddag mijn zoon mee naar de stad. „Schoenen moet je passen. Die ga ik echt niet zomaar voor je meenemen.”
Vroeger stond tegenover zo’n bezoek aan een fysieke schoenwinkel vaak een ijsje. Ook iets wat andere moeders waarschijnlijk anders aanpakken. Vandaag geen smeekbedes om een coole beloning. Blijkbaar dringt het besef door dat schoenen krijgen, zonder daar zelf voor te hoeven werken, al een geschenk op zich is.
„Déze?” vraagt hij nu een keer aan míj. Mijn zachte „Tja” is genoeg om verder te zoeken. Tot hij stopt bij een hippe grijze instapper. Hij kijkt naar me. Ik knik. Even later heeft hij ook de tweede schoen te pakken. „Passen goed”, zegt de verkoper. Dat vindt hij ook. Toch is zoon nog niet meteen overtuigd.
Hij pakt z’n telefoon uit z’n zak en maakt een foto. „Waarom dat?” vraag ik me hardop af. „Ik gooi hem in de groepsapp”, zegt hij, alsof dat de gewoonste zaak van de wereld is. Blijkbaar stuurt hij de foto naar z’n vrienden.
Even later ligt er een advies. „Top!” De schoenen gaan mee naar huis. Ze blijken nog afgeprijsd ook. Dat is mooi meegenomen. Maar blijkbaar winkelen er nog altijd mensen op afstand met me mee.