Ruimte voor eigenheid essentieel voor rechtstaat
Vorige week was er in de media ophef over de aanvoerder van Feijenoord. Orkun Kökcü weigerde om, in het kader van ”coming out”-dag, bij een wedstrijd een ”regenboogband” te dragen. Hij verdedigde zijn besluit met de opmerking dat hij zich vanuit zijn geloof „niet de aangewezen persoon” voelde om zo’n band te dragen.
Hij heeft veel kritiek over zich heen gekregen. Een dergelijk ”niet meedoen” wordt niet op prijs gesteld door de lhbti-lobby, die veel steun heeft onder de politieke en culturele leiders in ons land, met de ministers Kuipers en Dijkgraaf voorop. Laatstgenoemde maakte vorige week bekend dat de komende vier jaar de 56 Nederlandse ”Regenboogsteden” jaarlijks ruim een miljoen euro krijgen om hun lokale lhbtiq±emancipatiebeleid te voeren.
Deze lhbti-lobby is onderdeel van wat wel de woke-beweging wordt genoemd (Zie ”Wie, wat, woke?” van Walter Weyns). Deze beweging keert zich tegen ervaren onrecht. In de politiek manifesteert dit zich als identiteitspolitiek: waar mensen lijden onder onrecht zijn maatregelen nodig. De overheid dient de publieke gerechtigheid te bevorderen. Zo zouden burgers terecht kunnen vragen iets te doen tegen de feitelijk homofobe spreekkoren in voetbalstadia. Dat lijkt me zinniger dan een regenboogband dragen.
Maar druk op maatschappelijke organisaties dient wel het eigen karakter ervan te respecteren. De vrijheid voor burgers om zich te organiseren in instituties en maatschappelijke verbanden rond een gedeelde waardenovertuiging en visie op het ”goede leven” is een wezenlijk element van de publieke gerechtigheid en daarmee van de rechtstaat. Denk daarbij allereerst aan godsdienstige genootschappen als kerken. Daarnaast aan politieke partijen, scholen, uitgevers, zorgorganisaties, muziekverenigingen, enzovoort.
In dergelijke maatschappelijke verbanden en bijbehorende praktijken geven mensen gestalte aan een visie op het leven en de wereld en bijbehorende waarden die het leven vorm en zin geven. Die visie en de vormgeving ervan geven aan die organisaties een eigen identiteit. Veel van deze organisaties, zoals scholen en zorgorganisaties, zijn er om belangrijke waarden te realiseren: vorming en zorg.
De zinsnede ”identiteit als belofte”, afkomstig van Hans Groen, is een mooi beeld voor identiteit. Men belooft het aanbod van onderwijs of zorg, van krant of politiek, te zullen invullen en vormgeven vanuit de eigen identiteit.
Vanuit christelijk perspectief kunnen we nog een stap verder gaan. Volgelingen van Christus worden opgeroepen om Zijn Koningschap in het leven zichtbaar te laten zijn. Dat kan door Zijn Naam te belijden, maar ook door een leven dat beantwoordt aan wat Jezus zegt in Mattheüus 25 over de „werken van barmhartigheid”.
Voor zover instituties, waarvan de overheid er zelf een is, en maatschappelijke verbanden die waarden en normen gestalte geven, zijn ze ook uitdrukking van het Koningschap van de Heere Jezus Christus. De betekenis van maatschappelijke organisaties is dus geen bijkomstige zaak in het denken over de rechtstaat.
Maar dan moeten die organisaties wel de ruimte hebben om hun belofte in te vullen! Wat we recent zien, is dat vanuit de woke-beweging druk wordt uitgeoefend op samenleving en overheid om die vrijheid te beperken. De publiciteitsactie ”Gendertwijfel” kwam op bepaalde plaatsen heftig onder vuur te liggen van gemeenteraadsleden; ze zou niet passen bij het „inclusieve beleid” van de gemeenteraad, dat andere meningen uitsluit (sic!).
De druk op met name reformatorische scholen om het onderwijs op het gebied van seksualiteit en gender aan te passen aan „algemeen aanvaarde waarden en normen in Nederland” neemt toe.
Waar instituties en maatschappelijke organisaties hun eigenheid verliezen, zullen steeds meer ”wij-groepen” (opnieuw Hans Groen) op basis van ervaren slachtofferschap de publieke opinie weten te mobiliseren. Dan komen mensen meer tegenover elkaar te staan en verwelkt de democratische rechtstaat. Identiteitspolitiek dient niet de oren te laten hangen naar dergelijke wij-groepen, maar maatschappelijke organisaties juist de ruimte bieden om, binnen de grenzen van de wet, hun waarden te realiseren overeenkomstig hun identiteit. Ten dienste van een rechtvaardige democratische rechtstaat!
De auteur is emeritus bijzonder hoogleraar christelijke filosofie aan de Wageningen Universiteit.