Vier maanden cel voor Trump-adviseur Bannon na minachting Congres
Voormalig Trump-adviseur Steve Bannon is veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf. Een jury had hem drie maanden geleden al schuldig bevonden aan minachting van het Congres (parlement), omdat hij weigerde te verschijnen voor een parlementscommissie die de rol van oud-president Donald Trump bij de bestorming van het Capitool onderzoekt. Hij kreeg ook een boete van 6500 dollar.
De Amerikaanse aanklagers eisten dat Bannon een half jaar de cel in zou gaan. Hij zou niet alleen de dagvaarding van de commissie van het Huis van Afgevaardigden hebben genegeerd, maar ook weigeren documenten af te geven. Trump had namelijk al zijn medewerkers opgeroepen niet mee te werken aan het onderzoek, dat volgens hem politiek gemotiveerd is. Ook een andere Trump-getrouwe, Peter Navarro, staat komende maand terecht, omdat hij net als Bannon weigerde te getuigen.
De commissie wilde Bannons getuigenis horen omdat hij op de dag voor de bestorming op 6 januari 2021 minstens twee keer met Trump sprak en een planningsvergadering bijwoonde in een hotel in Washington. Later die dag zei hij in zijn invloedrijke podcast dat „morgen de hel losbreekt”. Bannon liet vlak voor het begin van zijn proces weten alsnog bereid te zijn te getuigen, maar volgens de aanklagers verandert dat niet dat hij de wet al heeft overtreden.
Bannon was een belangrijke adviseur van Trump tijdens de verkiezingscampagne in 2016 en diende daarna als belangrijkste adviseur in het Witte Huis. In 2017 stopte zijn werk als strateeg na een ruzie, die later is bijgelegd. Bannon speelt al decennia een belangrijke rol in uiterst rechtse media.
De laatste keer dat een gedaagde veroordeeld werd voor minachting van het Congres was in 1974. Destijds betrof het Gordon Liddy, een samenzweerder in het Watergate-schandaal dat leidde tot het opstappen van president Richard Nixon.