Migranten sturen steeds meer geld
Het totale bedrag dat de miljoenen migranten uit ontwikkelingslanden jaarlijks naar huis sturen, is het afgelopen jaar opnieuw toegenomen. Die ontwikkeling kan een belangrijke bijdrage leveren aan de strijd tegen honger en armoede in de armste landen.
Zowel de Wereldbank als de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) schat dat de inkomsten die migranten jaarlijks naar huis overboeken binnenkort meer dan 150 miljard dollar (118 miljard euro) zullen bedragen. Mexico meldde vorig jaar een toename van de inkomsten met 25 procent, tot 16 miljard dollar. Filipijnse werknemers in het buitenland stuurden het afgelopen jaar naar schatting 8 miljard dollar naar huis en in India was dat 16 miljard. Wereldwijd gaat het om 100 miljard dollar.
„Dat is meer dan de officiële ontwikkelingshulp”, concludeerde Anwarul Karim Chowdhury, ondersecretaris-generaal voor de minst ontwikkelde landen onlangs tijdens een paneldiscussie van de Verenigde Naties. „Het bedrag dat via onofficiële kanalen naar die ontwikkelingslanden vloeit, is echter bijna net zo hoog”, voegde hij daaraan toe.
In mei voorspelde de IDB dat Latijns-Amerikaanse en Caraïbische migranten in de Verenigde Staten dit jaar een recordbedrag van 30 miljard dollar naar hun familie en vrienden thuis zullen sturen. Volgens Dilip Ratha van de Wereldbank zijn de inkomsten van migranten voor veel landen de grootste bron van buitenlandse valuta. In Tadzjikistan overtreffen ze de inkomsten uit de thee-export en in het Afrikaanse Tonga maken ze 30 procent van het bruto binnenlands product uit. „Vooral in kleine landen stegen de inkomsten, omdat zij meer arbeid exporteerden”, aldus Ratha.
Naar schatting zijn er wereldwijd meer dan 175 miljoen migranten. In 1960 waren dat er nog 75 miljoen. Het grootste aantal migranten is volgens cijfers van de Verenigde Naties te vinden in Europa (56 miljoen), gevolgd door Azië (50 miljoen), Noord-Amerika (41 miljoen), Afrika (16 miljoen), Latijns-Amerika en de Caraïben (6 miljoen) en Oceanië (bijna 6 miljoen).
Volgens Fernando Jemenez-Ontiveros van het Multilateral Investment Fund/IDB zijn de officiële inkomsten zelfs nog hoger, omdat de statistieken niet helemaal kloppen. Hij schat de jaarlijkse inkomsten nu al op 150 miljard dollar. „Dat is een enorme impuls voor de koopkracht van zo’n 150 tot 200 miljoen mensen in de wereld.” Jemenez-Ontiveros waarschuwt echter dat die inkomsten niet gezien moeten worden als een vorm van ontwikkelingshulp, zoals sommige regeringen doen.
Hoewel de kosten van internationale overboekingen gedaald zijn, zijn ze nog steeds veel te hoog, vindt Ratha. Gemiddeld kost een transactie 13 procent van het totale bedrag dat wordt overgemaakt. „De armen betalen daarvoor de rekening”, zegt hij. „Het moet gemakkelijker worden voor mensen om bankrekeningen te openen en de kosten daarvan moeten omlaag. Te veel banken weigeren kleine rekeninghouders, omdat die hun weinig opleveren.”
De groei van het totale bedrag dat migranten naar huis sturen, is een van de interessantste economische ontwikkelingen van de afgelopen jaren, zegt James P. Clark, voorzitter van het World Technology Network in Londen. Jarenlang braken ontwikkelingsdeskundigen zich het hoofd over manieren om een duurzame geldstroom naar de armen in ontwikkelingslanden op gang te brengen. „In het tijdperk van voor de globalisering konden dergelijke transfers alleen afgehandeld worden door grote, bureaucratische instituten, die heel wat meer in rekening brachten dan 13 procent”, aldus Clark onlangs tijdens een VN-seminar.
Miljoenen individuen zorgen voor een transfer van welvaart en investeringen van de ontwikkelde landen naar de ontwikkelingslanden. „Hoe meer we die trend aanmoedigen, hoe beter”, zegt Clark. „Maar we moeten niet vergeten dat de kracht van deze beweging staat of valt met de inzet van individuen. Daarom moeten we andere vormen van ontwikkelingshulp intact laten.”