Eerste zwarte vrouw in Congres VS overleden
Shirley Chisholm, de eerste zwarte vrouw in het Amerikaanse Congres en een vurig pleitbezorgster voor vrouwen en minderheden, is zaterdag op 80-jarige leeftijd overleden, hebben vrienden maandag bekendgemaakt.
„Zij was onze Mozes die de Rode Zee voor ons opende”, zei Robert Williams van de burgerrechtenorganisatie NAACP (National Association for the Advancement of Coloured People).
Chisholm maakte vanaf 1969 zeven termijnen vol in het Huis van Afgevaardigden. Ze begon in het jaar dat Richard Nixon tot president werd gekozen en diende nog twee jaar onder Ronald Reagan. Ze was opgegroeid in een zwarte wijk in New York en maakte dan ook bezwaar toen zij in de landbouwcommissie werd benoemd. Ze eiste overplaatsing, wat ongehoord was, en kon overstappen naar de Commissie voor Veteranenzaken.
In 1972 deed Chisholm een gooi naar de Democratische nominatie voor het presidentschap. Toen haar tegenstander en ideologische tegenpool George Wallace werd neergeschoten, zocht zij hem op in het ziekenhuis. „Hij zei: Wat zullen uw mensen wel niet zeggen? Ik zei: Ik weet wat ze zullen zeggen. Maar ik zou niet willen dat wat u is overkomen ook maar iemand overkomt. Hij huilde en huilde”, vertelde zij.
Toen Chisholm later stemmen nodig had om het minimumloon in te voeren voor huishoudelijke hulp, zorgde Wallace voor steun van Congresleden uit het zuiden. Pragmatisme en macht waren sleutelwoorden voor Chisholm. „Vrouwen hebben geleerd hun politieke spierballen te laten zien. Je moet die spierballen gebruiken om te krijgen wat je wilt”, zei zij.
Volgens Chisholm werkt de representatieve democratie in de VS niet omdat het Congres, dat geacht wordt de kiezers te vertegenwoordigen, doof blijft voor hun noden. De belangrijkste oorzaak was volgens haar dat het Congres wordt geleid door „een kleine groep oude mannen.”
„Ze was een activiste en hield nooit op met vechten”, zei dominee Jesse Jackson, die Chisholm een heel moedige vrouw noemde.