Australië beschouwt Jeruzalem niet langer als hoofdstad Israël
De Australische regering heeft een vier jaar oude beslissing om West-Jeruzalem te erkennen als hoofdstad van Israël teruggedraaid.
Minister van Buitenlandse Zaken Penny Wong gaf dinsdag als verklaring dat de status van Jeruzalem geregeld moet worden in vredesonderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen en niet door unilaterale beslissingen van andere landen.
De toenmalige regering van de conservatieve premier Scott Morrison erkende West-Jeruzalem als Israëlische hoofdstad in 2018, kort nadat de toenmalige Amerikaanse president Donald Trump hetzelfde had gedaan. Trump verhuisde ook de ambassade van zijn land van Tel Aviv naar Jeruzalem, een stap die tot internationale kritiek leidde. De regering-Morrison durfde dat niet aan en volgens Wong zal dat ook niet gebeuren. „Ik weet dat dit tot ruzie en onrust heeft geleid”, zei Wong, „en vandaag probeert de regering dat op te lossen.”
Israël veroordeelt het besluit en heeft de Australische ambassadeur op het matje geroepen. Premier Yair Lapid spreekt van een „overhaaste reactie”. „Laten we hopen dat de Australische regering andere zaken serieuzer en professioneler aanpakt.”
Zowel Israël als de Palestijnen maken aanspraak op Jeruzalem. Israël heeft West-Jeruzalem al sinds de oprichting van de staat in 1948 in handen en veel overheidsinstellingen zijn daar gevestigd, waaronder het parlement. In de oorlog van 1967 annexeerde Israël het oostelijke deel van de stad en sinds 1980 beschouwt het heel Jeruzalem als zijn hoofdstad. Het land wil dat alle ambassades daar worden gevestigd.
Voor de internationale gemeenschap speelt Jeruzalem een sleutelrol bij het bereiken van vrede tussen Israëli’s en Palestijnen. Daarom zijn er praktisch geen ambassades in de stad, maar alleen consulaten. Nederland verhuisde in 1980 de ambassade naar Tel Aviv. De Britse krant The Guardian schreef vorige maand dat premier Liz Truss zou overwegen om de Britse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem te verhuizen.