Richard Strauss (1864-1949) componeerde tijdens zijn lange loopbaan een groot aantal liederen. Vanaf het begin tot aan zijn ”Vier letzte Lieder” uit 1948 gaf hij de voorkeur aan de sopraanstem. Geen wonder, zijn vrouw Pauline was een uitstekende sopraan.

Het zingen van kunstliederen vereist een superieure vocale techniek, maar het komt evenzeer aan op tekstbeleving, verbeelding en timing. De Nederlandse sopraan Lenneke Ruiten bezit deze kwaliteiten ruimschoots. Ze keerde, na zich jarenlang met opera te hebben beziggehouden, terug naar het lied en dan met name naar Richard Strauss. „Het stemtype van Pauline kwam overeen met het mijne”, verklaart ze. „Dat is vast de reden waarom Strauss’ liederen zo goed bij mijn stem passen. Het voelt alsof ze voor mij persoonlijk zijn geschreven.”

Ruiten koos voor een kleinschalige, intieme aanpak, waardoor Strauss’ romantische liederen heel direct, maar ook puur en onopgesmukt tot ons komen. Naast bekende, ontroerende liederen als ”Traum durch die Dämmerung”, ”Morgen!”, ”Befreit” en ”Wiegenlied” horen we ook onbekendere, zoals de cyclus ”Mädchenblumen”. Meer dan bij genoemde liederen miste ik bij de ”Vier letzte Lieder” de orkestpartijen. Pianist Thom Janssen speelt de pianoarrangementen uitstekend, maar deze kunnen zich niet meten met de prachtige orkestratie van Strauss’ zwanenzang.

Strauss koos voor zijn liederen bij voorkeur teksten waarin natuur, liefde en dood centraal staan. Ruiten en Janssen slagen erin deze thema’s op een indringende manier op de luisteraar over te brengen.

Strausslieder – Lenneke Ruiten (soprano) & Thom Janssen (piano); Lenneke Ruiten Records (LRR 2201); € 23,99; bestellen: www.lennekeruiten.com