Verdraagt een doorgeslagen marktwerking zich nog met goed rentmeesterschap?
Christenen moeten zich grondig bezinnen op de wenselijkheid van marktwerking rond energie. Daarbij is een inbreng vanuit de Bijbel van belang.
Sinds de vondst van enorme hoeveelheden aardgas in Groningen vond er een omslag plaats op vele terreinen. Economisch bleek deze bodemschat Nederland geen windeieren te leggen. Technische aanpassingen vonden op grote schaal plaats om deze energiebron te benutten voor industrie, bedrijfsleven en huishoudens. De bomen leken tot in de hemel te groeien en waarschuwingen werden in de wind geslagen. De discussie over liberalisering van de energiemarkt trok in Nederland sporen. De overheid kwam steeds meer op afstand te staan. De markt gaf grotendeels de toon aan.
Na de letterlijke en figuurlijke aardbevingen in Groningen en in Oekraïne sloeg alles om als een blad aan de boom. De enorme prijsstijgingen geven momenteel veel onrust in brede lagen van de maatschappij. Dat raakt niet alleen de kosten van energie, maar in feite de prijs van vrijwel alle producten en diensten. De kwetsbaarste groepen worden daardoor extra hard getroffen.
In het oude Israël waren er in de wetgeving heel wat bepalingen opgenomen die juist de arme, de weduwe en de wees in bescherming namen. Hun recht op een menswaardig leven werd daarmee veiliggesteld. Dat was de bedoeling van de Wetgever. De praktijk bleek echter zo vaak anders uit te pakken. De profetische kritiek op de inhaligheid en oneerlijkheid van rijken liegt er niet om. Daar zouden veel voorbeelden van te noemen zijn. Laten we eens letten op Amos 8:5-6. De mensen die gebrek lijden, worden belaagd en bedrogen. De korenverkopers kunnen haast niet wachten om hun bedrieglijke praktijken rond de verkoop van deze basisbehoefte uit te voeren. Ze treden keihard op tegen wanbetalers en knoeien met de kwaliteit van hun product. Ze wrijven zich in de handen vanwege de snelle winst, maar dat blijkt eeuwig verlies op te leveren. Het is een gruwel in Gods ogen en het land gaat aan die praktijken ten onder. Daar kan immers geen zegen op rusten. De markt bespelen om er zelf ongekend voordeel uit te halen, wordt in Spreuken 11:26a aan de kaak gesteld. Terwijl degene die in zijn verkooppraktijk eerlijk handelt, gezegend zal zijn.
Het is te eenvoudig om alles vanuit het Oude Testament één op één toe te passen op onze huidige situatie. Israël leefde in een sterk agrarische samenleving. Onze maatschappij is inmiddels zeer complex en internationaal georiënteerd. Toch zijn er in de Schrift basale lijnen die voor de christen anno Domini 2022 op sociaal-economisch terrein maatgevend zijn. In hoeverre verdraagt een doorgeslagen marktwerking zich nog met goed rentmeesterschap? Die bezinning mogen we niet aan de markt overlaten. Daar blijkt nauwelijks sprake te zijn van een werkelijk ethische normering. Mooie woorden als duurzaamheid ten spijt, is winstmaximalisatie nog steeds heel belangrijk.
Het behoeft geen betoog dat energie inmiddels niet meer valt weg te denken uit het leven van de gewone burger. Hier hebben zich enorme verschuivingen voltrokken. Die brachten niet alleen comfort, maar tevens kwetsbaarheden met zich mee. Wie kan nog zonder energie? Nu de overheid hier grotendeels op afstand staat, is prijscorrectie niet alleen complex, maar ook extreem duur. De winst van de marktwerking vloeide jarenlang en blijkt nu niet eenvoudig afgeroomd te kunnen worden, om met de vrijkomende middelen de noodlijdenden te ondersteunen. De overheid als schild der zwakken biedt nauwelijks een deken tegen de koude. Het is mede door de liberalisering kil geworden.
Juist christenen mogen zich niet onttrekken aan hun roeping. De aarde met alles daarop en daarin is een geleend pand, waarvoor we rekenschap dienen af te leggen. Het is wezenlijk dat recht en gerechtigheid prevaleren boven snelle winst en eigenbelang. Wie op de markt van vrije genade mag leven, wordt door diezelfde genade een gunnend mens met oog voor de noden van de naaste.
De auteur is emeritus hoogleraar Nieuwe Testament aan de TUA. Weerwoord gaat in op vragen die in deze tijd op christenen afkomen.