Na dertig jaar nog steeds raadsels rond vliegramp Bijlmer
Wie praat er nog over de vliegramp die de Bijlmermeer dertig jaar geleden trof? Het aantal aanwezigen bij de jaarlijkse herdenking wordt steeds kleiner. Intussen zijn er nog raadsels genoeg: Hoeveel mensen kwamen er om? En wat is de oorzaak van de ramp geweest?
Waardoor het Israëlische vrachtvliegtuig zich op 4 oktober 1992 in de flats Groeneveen en Klein-Kruitberg boorde, is nooit helemaal opgehelderd. Waren het alleen technische mankementen of was er iets aan de hand met de lading?
Op het monument bij de rampplek staan 43 namen, bijna allemaal van buitenlandse herkomst. Maar er kunnen meer slachtoffers zijn geweest; mensen die illegaal in Nederland verbleven en nergens geregistreerd stonden. Tussen de namen is daarom ook een leeg vak te zien.
Het aantal slachtoffers had sowieso veel groter kunnen zijn, gezien het aantal woningen dat werd getroffen. Veel flatbewoners waren echter niet thuis. Kort na de ramp werd een dodental van meer dan tweehonderd genoemd en de lijst van vermisten was nog veel langer. Van de slachtoffers behoorden er nogal wat tot de Ghanese gemeenschap.
Op de achterkant van de wand staan fragmenten uit de verhalen die over de ramp verteld zijn: ”Daar was een zwarte wolk met sterren erin.” ”Stond voor het raam en zie mensen als fakkels rondlopen.” ”M’n vriendin in het vuur met haar honden.” En over een van de achttien omgekomen kinderen: ”Zag ik haar een week voor de ramp nog spelen.”
Pa Sem
Het monument staat in het park tussen de flats Groeneveen, Kruitberg en Kikkenstein. Een deel van Groeneveen is weg. Weggevaagd toen het vliegtuig zich in de flat boorde. Een kleine fontein markeert de plaats waar dat gebeurde.
Buurtbewoners die voorbijkomen, weten niets; de meesten spreken ook geen Nederlands. Een tuinman wijst naar de half dichtgegroeide sloot: daar lag de fundering van het afgebrande stuk flatgebouw. De verbinding tussen beide oevers heet Pa Sembrug, vernoemd naar Willem Jacob Symor, die ”de held van de Bijlmer” werd genoemd omdat hij terugrende, de vlammenzee in, om een kind te redden dat in zijn café was achtergebleven. Hij hield er een door brandwonden gehavend gezicht aan over. Elk jaar rond de herdenkingsdatum had hij slapeloze nachten. Of nachtmerries. „Over vuur. Ik probeer zoveel mogelijk te vergeten, maar dat gaat niet van de ene op de andere dag.” Burgemeester Van Thijn speldde hem de erepenning van de stad op voor zijn heldendaad.
Vergetelheid
De namenwand bevindt zich achter ”de boom die alles zag”, op een steenworp afstand van de rampplek. Hier ontstond spontaan een ontmoetingsplaats waar mensen troost bij elkaar zochten. Er is een bloementuin aangelegd als teken van nieuw leven.
De boom vormde de ondergrond voor dertig afdrukken op papier die te zien zijn in de tentoonstelling waarmee het Amsterdam Museum sinds zondag de Bijlmervliegramp herdenkt. Op verzoek van de wijkbewoners wordt niet over Bijlmerramp gesproken, om te benadrukken dat het een ramp was die de wijk van buitenaf trof. „Je zegt ook niet Enschederamp als je het over de vuurwerkramp in Enschede hebt”, vindt de museumconservator.
De buurtbewoners hebben om deze tentoonstelling gevraagd, om te voorkomen dat alleen nog bij een aantal mensen in hun stadsdeel de herinnering aan het inferno levendig blijft. „De ramp heeft momenteel niet eens een plaats in het geschiedenisonderwijs op de scholen in de stad.”
Het museum is tijdelijk ondergebracht in de Hermitage. Voor de expositie over de Bijlmer zijn drie zaaltjes gereserveerd, kleine ruimten waar mensen in stilte hun gedachten kunnen laten gaan. De samenstellers spraken met tientallen mensen die hun herinneringen aan 4 oktober 1992 wilden vertellen. „Steeds weer hoorden we de vraag: Waarom mogen we de details niet weten van wat er is gebeurd? Dat ligt gevoelig. Iedereen wilde ook nalezen of terugluisteren als we hun verhaal vastlegden.”
Vingerafdrukken
In vitrines liggen twee brokstukken van het neergestorte vliegtuig. Een boswachter vond een brok verkruimeld staal. Een buurtbewoner raapte een bordje op met het opschrift Impact Resistant Door. Het was nog heet; daardoor zijn zijn vingerafdrukken na dertig jaar nog steeds te zien.
Gesprekken die de meldkamermedewerkers van 112 die avond voerden, zijn hier te lezen. De woorden van een luchtverkeersleider werden de titel van een kunstwerk: ”Eén grote rookwolk boven de stad.”
Krantenkoppen geven het drama weer dat zich afspeelde: ”Vuur, dood, chaos.” ”Ineens ging hij op zijn kant en recht omlaag.” Maar ook de vraag: ”Wie loodste de kreupele Jumbo naar Bijlmer?”
Tekeningen van basisschoolleerlingen –gebundeld in het boek ”Een gat in mijn hart”– laten zien hoeveel indruk de catastrofe maakte. Drie leerkrachten die hun leerlingen op deze wijze uiting wilden laten geven aan hun gevoelens, blikken terug. Sommige kinderen konden zich niet meer concentreren en schrokken op als er een vliegtuig overkwam, en dat gebeurt vaak in Amsterdam-Zuidoost.
Een video toont hoe een kerk in de Bijlmer elk jaar met Pasen een optocht naar het monument houdt. Een vader vertelt over de ramp, en als hij niet verder kan, neemt zijn dochter het over.
Leeg stoeltje
Aan het einde van de tentoonstelling worden bezoekers uitgenodigd gezamenlijk een geborduurde lappendeken van herinneringen te maken. Omdat borduren rust geeft, ook als woorden tekortschieten.
„Tot aan de dag van vandaag schrik ik enorm als er een vliegtuig boven ons huis een afwijkend geluid maakt; die angst verdwijnt nooit”, schreef een lezer van Het Parool in 2017, 25 jaar na de ramp, toen de krant herinneringen verzamelde. De koster van een van de kerken in de Bijlmer noteerde: „De volgende dag bleek het stoeltje van Gerber, een kind van acht, leeg te zijn. Op zondag had hij in zijn kerk nog voorgelezen uit de Bijbel, Openbaring 21: „Zie ik maak alle dingen nieuw.” ’s Avonds was hij er niet meer. Een briefje van school meldde dat Gerber en zijn moeder als vermist waren opgegeven.”
De expositie van het Amsterdam Museum over de Bijlmervliegramp is in de Hermitage (Amstel 51 in Amsterdam) te bezichtigen tot 23 mei 2023. Van 5 tot 8 oktober worden in verschillende wijken gesprekken gehouden rond de vraag ”Waar was u toen het gebeurde?”