Zitting in bodemprocedure KHN tegen Staat over coronaschade
Bij de rechtbank in Den Haag vindt woensdag een zitting plaats in de bodemprocedure die Koninklijke Horeca Nederland (KHN) heeft aangespannen tegen de Staat over de schade door de coronacrisis. KHN wil dat de overheid horecaondernemers volledig vergoedt voor de schade die ze hebben geleden door de pandemie.
KHN treedt in de bodemprocedure op namens acht ondernemers die volgens de organisatie representatief zijn voor de sector. De procedure werd in maart vorig jaar aangespannen. Door de coronacrisis en de lockdowns hebben horecaondernemers zware financiële klappen gekregen. KHN zegt dat steunmaatregelen als NOW en TVL welkom waren, maar bij lange na niet alle kosten van ondernemers hebben gedekt en dat de verliezen van horecabedrijven dus enorm zijn opgelopen.
„KHN vindt het oneerlijk en onevenredig dat de overheid maatregelen neemt ten behoeve van de volksgezondheid maar vervolgens niet bereid is om de aantoonbare schade die horecaondernemers daardoor lijden niet volledig te vergoeden. KHN is daarom een bodemprocedure gestart. De hoofdvorderingen zijn dat de rechter wordt gevraagd voor recht te verklaren dat de overheid onrechtmatig jegens de horecaondernemers heeft gehandeld en dat de overheid wordt veroordeeld de volledige schade aan horecaondernemers te vergoeden”, schrijft de organisatie in een toelichting.
De brancheorganisatie wordt in de procedure bijgestaan door advocatenkantoor NautaDutilh. De Nederlandse staat heeft vorig jaar september in een schriftelijke reactie op de dagvaarding gezegd dat er rechtmatig is gehandeld richting horecaondernemers.