Binnenland

Hulp uit Den Haag is vooral: coördineren

Hulpverleners in alle uithoeken van het rampgebied in Azië melden zich op het computerscherm van Pim Kraan, hoofd humanitaire hulpverlening van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Overheden en hulporganisaties bieden via hetzelfde netwerk goederen en transportmiddelen aan. Aan Kraan en zijn team de taak om vraag en aanbod bij elkaar te brengen.

ANP
30 December 2004 18:52Gewijzigd op 14 November 2020 02:03

Omdat Nederland nog tot 1 januari voorzitter van de Europese Unie is, is Kraan een belangrijk radertje in de hulpverleningsmachine voor de slachtoffers van de zeebeving in Azië die goed op stoom begint te komen. Zijn afdeling coördineert de hulpverlening van de EU onder de paraplu van de Verenigde Naties. Dat betekent vooral veel regelen.

Zo heeft hij ervoor gezorgd dat een vliegtuig dat gestrande Nederlandse toeristen in Sri Lanka gaat ophalen, op de heenweg een voorraad lijkzakken meeneemt. Voor een zending Landrovers uit diverse landen die voor Atjeh bestemd is, heeft zijn afdeling transport geregeld. In Sri Lanka is onder leiding van de Nederlandse ambassade een hulpkonvooi van verscheidene Europese ambassades op weg.

Het gaat er vooral om dat de hulp effectief is, benadrukte hij donderdag. Het heeft op dit moment bijvoorbeeld geen zin om Nederlandse reddingsteams of helikopters naar het rampgebied te sturen. Voor het grote publiek blijven de activiteiten van het ministerie daardoor vrij onzichtbaar.

Betrokken burgers die het ministerie opbellen met de vraag of ze kleding zullen gaan inzamelen, bedoelen het goed maar kunnen beter geld op giro 555 storten, vindt Kraan. Ongevraagde hulpgoederen veroorzaken namelijk meer problemen dan ze oplossen, doordat ze de broze aanvoerlijnen in de getroffen landen kunnen verstoppen. Waar mogelijk kopen hulporganisaties de hulpgoederen in de regio zelf. Zo komen de meeste tenten uit Pakistan.

De verdeling van ingevlogen goederen is nu al een groot probleem, omdat het rampgebied vaak slecht bereikbaar is en het luchtruim overvol is door alle hulpvluchten. „We doen alleen zaken met organisaties die de hulp goed op de plaats van bestemming kunnen brengen, zoals het Rode Kruis, Caritas en Save the Children. Noodhulp is een vak."

Gezien de „verschrikkelijke schaal" van de ramp en de ingestorte infrastructuur is Kraan „behoorlijk onder de indruk" van de manier waarop de hulp op gang gekomen is. De EU had juist onder Nederlands voorzitterschap afspraken gemaakt met de VN over de samenwerking bij rampenbestrijding, en daar plukt de getroffen regio nu de vruchten van. Dat Europa binnen 48 uur al 50 miljoen euro heeft kunnen besteden, vindt hij een hele prestatie.

Het Nederlandse hulpgeld, inmiddels ongeveer 30 miljoen euro, gaat grotendeels naar de VN. Die hebben in vijf getroffen landen teams die de ramp in kaart brengen, contacten onderhouden met de autoriteiten en bijhouden welke hulp nodig is, welke goederen beschikbaar zijn en hoe hulp van buitenaf op de juiste plaats komt. Desnoods in een hoek van een tent zetten ze een communicatiecentrum op.

Via een soort chatroom houden hulpverleners ter plekke, ambassades, ministeries en hulporganisaties contact. Vragen en antwoorden vliegen over en weer. Wie weet bijvoorbeeld hoe lang de landingsbaan van het vliegveld van Banda Atjeh is? Een organisatie biedt een veldhospitaal aan, maar wie kan een vliegtuig regelen? Wat te doen als bruggen weggeslagen zijn?

De logistiek heeft volgens Kraan nu de hoogste prioriteit. „Hoe krijgen we de dingen ter plaatse? Het is nu zaak de overlevenden te laten overleven door voor voedsel en drinkwater te zorgen en epidemieën te voorkomen."

Meer over
Actueel
Zeebeving

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer