Column Mariska: Nat
Druipend sta ik in de woonkamer. Als ik naar beneden kijk, zie ik de druppels die van m’n haren vallen, uiteenspatten op de punten van m’n schoenen. „En dit is al de derde keer vandaag”, bries ik. Helaas is er niemand thuis om m’n zieligheid te kunnen bevestigen.
Ja, natuurlijk. Ik ken dat spreekwoord over de ezel. Drie keer jezelf nat laten regenen is niet echt slim. Ik had een regenjas aan moeten doen. Of er tenminste eentje moeten meenemen. En een paraplu, want als ik op m’n weerapp had gekeken, had ik kunnen weten dat het wisselvallig was. Maar blijkbaar ga ik ervan uit dat als ik de zon zie, het zonnig blijft.
Dat zal waarschijnlijk iets zijn wat ik aan die lange, warme zomer heb overgehouden. Want ik weet zeker dat ik enkele jaren geleden nog niet zo dacht.
Ik kan het me al bijna niet meer herinneren. Al die maanden dat er bijna geen regen viel. Elke dag de zon... Soms was het zelfs zo warm dat je bijna begon te dagdromen van een forse sneeuwbui, of in ieder geval van een mals herfstregentje. Een zomerjas? Waarom bestaat zoiets eigenlijk?
De schepping smachtte naar water. De planten in de tuin hingen slap, maar nog erger: de gewassen op het land deden dat ook. Dit kon zo toch niet doorgaan? Het was tijdens zo’n week dat ik met mezelf afsprak nooit meer te klagen als het regende. En dankbaar te zijn voor iedere druppel die zou vallen. Ik wist zeker dat dit me zou lukken.
Maar blijkbaar heb ik een heel kort kortetermijngeheugen als het op het weer aankomt. En zeker als ik druipend op de mat m’n natte plunje uittrek. Maar op dat moment schiet de afspraak met mezelf me weer te binnen. En opeens ben ik blij dat er niemand thuis is die mijn geklaag kan horen.
Terwijl ik oude kranten in m’n natte schoenen prop en ze omgekeerd op de kachel leg (die overigens nog niet aan is), denk ik aan de blijdschap van de boeren over de regen die valt. Zij zullen wel bidden om meer, denk ik. En terwijl ik m’n doorweekte zomerjas in de badkamer aan een hangertje hang, voel ik m’n chagrijn langzaam wegebben. Zodra ik weer wat droogs aan heb, ben ik zelfs weer blij. Fijn dat er voor alles een tijd is in dit leven. Voor zon én regen. Die beide kanten van het weer zijn echt iets om dankbaar voor te zijn.