Hoe deden Van der Staaij, Segers, Van der Plas en Hermans het tijdens de APB?
Wilders terechtwijzen, de eurokritische achterban behagen; wat kenmerkte tijdens de Algemene Beschouwingen de optredens van VVD, SGP, CU en BBB?
Hermans (VVD) groeit in haar rol
Sophie Hermans groeit in haar rol als VVD-fractievoorzitter op het moment dat collega’s haar het vuur aan de schenen leggen.
Het is algemeen bekend dat VVD-voorman en premier Rutte niet gesteld is op tegenspraak vanuit zijn eigen partij en fractie. Tijdens de kabinetsformatie zocht hij dan ook naar liberalen die goed met hem door een deur kunnen.
In dat kader past ook de verkiezing van Sophie Hermans tot voorzitter van de VVD-Tweede Kamerfractie in januari vorig jaar. Van 2015 tot 2017 was ze politiek assistent van de premier en daarna trad ze aan als Tweede Kamerlid. Een populistisch politicus noemde haar ooit denigrerend “de tassendrager” van Rutte.
Hermans is resultaatgedreven en inhoudelijk sterk. Dat bleek ook tijdens de Algemene Beschouwingen. De interrupties die ze kreeg, weerlegde ze op de inhoud.
De kracht van Hermans is verder dat ze niet houdt van drama en theater in het politieke debat. Ze heeft –in tegenstelling tot veel van haar collega’s in de Tweede Kamer– geen groot ego. Ze doet zich ook niet anders voor dan ze is. Dat is haar sterkte, maar tegelijk ook haar zwakte. Daardoor kwam ze tijdens het tweedaagse debat niet vaak boven het politieke maaiveld uit. Ze pleegde ook niet veel interrupties en maakte het premier Rutte niet moeilijk.
Maar er is ook een andere kant aan Hermans. Die kwam naar boven toen PVV-voorman Wilders haar inbreng „passieloos en zielloos” noemde. Volgens Wilders heeft de meegaande houding van Hermans te maken met de VVD die „op alle mogelijke dossiers voor het beleid van D66 buigt. Het gezicht van de VVD is eigenlijk een beetje het achterhoofd van D66 geworden.”
Deze verwijten raakten Hermans in haar hart. Toen gaf ze uit haar hoofd een reactie die klonk als een klok en waar Wilders niet van terug had. Op een oprecht verontwaardigde toon legde ze er de vinger bij dat de VVD verantwoordelijkheid neemt en dat Wilders alleen vanaf de zijlijn toetert. „Hij (Wilders, GV) zit al 25 jaar vanuit de bankjes te schreeuwen. Sinds er Twitter is, twittert hij boze berichten de wereld in. Dat is het verschil tussen een politicus die verantwoordelijkheid neemt en een politicus die hier zit om te roepen, die prachtige tranentrekkende verhalen vertelt over wat mensen meemaken. Maar het komt er wel op aan: bent u bereid en durft u de verantwoordelijkheid te nemen om de problemen op te lossen?”
En: „Duh moment dat de heer Wilders verantwoordelijkheid neemt en het wordt spannend, dan neemt hij de benen.” Daarmee verwees ze naar 2012 toen Wilders de gedoogsteun het eerste kabinet-Rutte I terugtrok.
Als dank voor deze reactie van Hermans, die recht uit het hart kwam, roffelden haar collega’s als teken van waardering op hun bankjes.
Het politiek vuur bij Hermans ontbrandt als ze wordt geprikkeld door haar collega’s.
Segers (CU) wil grip op energiebedrijven
Nederland heeft een overheid nodig die „de bodem optilt”, betoogde Segers (CU).
De CU-fractievoorzitter, die deze week tien jaar Kamerlid is, verweefde zijn inbreng met de vier vrijheden in een beschaafde samenleving van Franklin Roosevelt, voormalig president van de Verenigde Staten. In deze tijd waarin veel burgers zich zorgen maken over de oplopende energierekening is ”vrijheid van gebrek” allerminst vanzelfsprekend. Daarom, betoogde Segers, is het juist nu nodig dat de overheid zich hard maakt voor de bestaanszekerheid van haar burgers.
Daarbij wordt de regering echter direct met de neus op de feiten gedrukt, constateert Segers. De energiemarkt is de afgelopen decennia in hoge mate geliberaliseerd. Daardoor kan de overheid niet direct ingrijpen op de energienota. „Wij worden aangesproken op de nood van mensen. Vervolgens denken we: nu moeten we naar de cockpit, nu moeten we naar de plek waar het vliegtuig bestuurd wordt. En dan kijken we in die cockpit, maar die is leeg. Er zit niemand in. Ja, zestig energiebedrijven”, aldus de CU’er.
Het zit de ChristenUnie al langer dwars dat de overheid zeggenschap uit handen heeft gegeven in ruil voor marktwerking. Privatiseringsverdriet, noemde voormalig CU-senator Kuiper dat in zijn boek. De CU heeft de Algemene Politieke Beschouwingen benut om vaart te maken met herbezinning op de trend van de afgelopen decennia. Door de huidige problematiek van de hoge energierekeningen had Segers de wind mee.
In een poging van Segers om ook bij premier Rutte wat ruimte te creëren, gaf de premier aan dat er al een en ander in gang is gezet om nader te reflecteren op de trend van privatisering. Ook staat premier Rutte persoonlijk niet onwelwillend tegenover de discussie. „Ik behoor niet tot de liberalen die zeggen: alles is markt. Ik behoor wel tot de liberalen die zeggen: probeer nou zo goed mogelijk te kijken hoe je geld, kapitaal en menskracht optimaal kunt toewijzen, zodat je de grootste maatschappelijke baten ophaalt”, aldus Rutte. Volgens de premier kan dat „heel vaak” door het aan ondernemingen over te laten, maar ook „heel vaak” door de overheid in stelling te brengen, of een combinatie van beide.
Uiteindelijk wist de CU samen met de SP te bereiken dat het kabinet een onderzoek zal laten uitvoeren. Centraal staat de vraag hoe de overheid meer zeggenschap krijgt in de energiemarkt. Het voorstel van beide partijen werd door bijna alle Kamerleden gesteund.
PVV-voorman Wilders probeerde Segers te tergen door diens inzet op gebied van bestaanszekerheid „een christen onwaardig te noemen.” Het leverde de PVV’er een berisping van de Kamervoorzitter op. Het gaf Segers de kans zijn streven samen te vatten: „Ik heb maar één criterium. Degene die mij mailt, die een klacht heeft en komt met zijn nood, wil ik recht in de ogen kunnen kijken.”
Van der Staaij (SGP) bedient de Zeeuwen
Spreken met een schilderij binnen handbereik; ook in 2022 komt het de SGP om meerdere redenen van pas.
Schrijver Arnon Grunberg, die stage loopt bij de SGP, tekende deze week in zijn column in Trouw een gedachtewisseling op tussen de twee persvoorlichters van de Tweede Kamerfractie van de partij. De een, Cornel van Beek, uit zich lovend over de suggestie van een partijmedewerker dat fractievoorzitter Kees van der Staaij bij de Algemene Beschouwingen een punt moet maken van minister Kaag en het koffertje. Kaag onthulde deze week dat ze even had overwogen het antieke valies te vervangen door een duurzamer exemplaar.
Protesteren, is de lijn van de partijmedewerker én Van Beek; iets wat goed is, vervang je niet. Maar volgens Grunberg mompelt senior-woordvoerder Menno de Bruyne daarna protesterend: „Rusland mobiliseert en wij beginnen over een koffertje.” Blijkbaar legde dat gewicht in de schaal. Uit de mond van Van der Staaij komt geen oproep meer om af te zien van het voornemen, al steunt de SGP later wel een pleidooi van JA21-voorman Eerdmans dat hetzelfde beoogt.
Net als in voorgaande jaren fleurt Van der Staaij zijn spreekbeurt tijdens de beschouwingen voor de zoveelste keer op met een kunstvoorwerp. Dit keer betreft het Bruegels schilderij van de Toren van Babel. Opnieuw blijkt het een gouden greep; in tal van opzichten. Het Bijbels getuigenis kan erdoor laagdrempeliger voor het voetlicht worden gebracht.
Minstens zo groot is het politiek-strategische voordeel. Moeiteloos kan met het schilderij binnen handbereik ook het euro-kritische deel van de achterban worden bediend. „Onlangs hoorde ik nog een andere vergelijking: de toren lijkt ook verrassend veel op het gebouw van het Europees Parlement in Straatsburg. De overeenkomsten zijn inderdaad frappant”, speecht Van de Staaij.
D66-fractievoorzitter Paternotte onderbreekt, met een setje venijnige vragen over de omgekeerde driekleur; het symbool van het boerenprotest. Zijn vraag: de SGP vindt toch ook wel dat burgemeesters zo’n vlag onderhand moeten kunnen laten weghalen; desnoods met behulp van de sterke arm? „Dat het nu zo spaak loopt, moet aan het denken zetten over de manier waarop we met dit beleid bezig zijn”, pareert Van der Staaij.
Algemene Beschouwingen zonder het kabinetsbeleid met moties bij te sturen zijn ondenkbaar. En Van der Staaij loopt lang genoeg mee om te weten: die oproepen slechts mee-ondertekenen, is niet genoeg. Je moet initiatiefnemer zijn. En dus de oren gespitst houden voor als zich een onverwachte kans aandient.
Als CDA-fractievoorzitter Heerma zich woensdagavond laat ontvallen dat Zeeland de tolheffing voor de Westerscheldetunnel als „een grote onrechtvaardigheid” ervaart, weet hij genoeg. Blijkbaar zoekt ook die partij inmiddels ruimte om te morrelen aan het coalitieakkoord waarin staat dat de tunnel pas in 2030 tolvrij zal zijn.
Er volgt koortsachtig overleg, onder meer over de financiële consequenties, en iets na 21.00 uur is het Van der Staaij die mag pleiten voor het uiterlijk tolvrij maken van de tunnel in 2025. Met behulp van een bijdrage van de provincie Zeeland zelf, trouwens. Dat nog wel.
Heeft BBB het thema stikstof nodig?
Érg zichtbaar en opvallend was Caroline van der Plas, voorvrouw van de BoerBurgerBeweging (BBB), deze Algemene Politieke Beschouwingen (APB) niet. Hoewel dat deels begrijpelijk en verklaarbaar is, rijst er ook een vraag.
De goede scores in de peilingen en de naderende Statenverkiezingen maken het extra interessant om het optreden van de BBB-leider onder de loep te nemen.
Opvallend genoeg bracht ze de agrarische sector nauwelijks ter sprake. Het woord stikstof nam ze niet meer dan één keer in de mond. In haar eigen debatinbreng kwamen zowel boeren als stikstof niet voor. Ja, premier Rutte en de coalitiepartijen zouden bij dat laatste onderwerp ongetwijfeld verwijzen naar het feit dat wordt gewacht op het rapport van gespreksleider Johan Remkes. Maar daarmee is natuurlijk niet gezegd dat Van der Plas zich daar íets aan gelegen moet laten liggen. Nadat een uitspraak over het stikstofreductie van minister en CDA-leider Wopke Hoekstra in de zomer stof deed opwaaien, deed ChristenUnie-voorman Gert-Jan Segers recent ook een duit in het zakje. „Stel nou dat de stikstofreductie pas in 2031, of juist al in 2029 is afgerond: who cares?”, zei hij in de Volkskrant. Wat betekent dit precies voor het standpunt van de CU ten aanzien van de geplande aanscherping van de stikstofwet? Van der Plas hád er een nummer van kunnen maken.
Anderzijds: momenteel gaat de meeste politieke aandacht uit naar de energiekosten; het onderwerp stikstof is even geparkeerd en wordt op korte termijn weer in de Kamer besproken. Van der Plas zou er dan ook mee gecomplimenteerd kunnen worden dat ze flexibel is in haar inbreng. Wellicht denkt men op de BBB-burelen: Zijn de burger en de ondernemer vooral bezig met energiekosten? Dan verheft Van der Plas dát tot het hoofdpunt van haar inbreng.
Maar: het aantal interrupties dat Van der Plas plaatste, was beperkt. Bovendien is het een kunst om onderscheidend te zijn op een onderwerp waarop iedereen zich stort. Zeker van een onderwerp als energiekosten word je als partij niet zomaar ‘eigenaar’. Een spilfunctie in het debat vervulde Van der Plas woensdag en donderdag dan ook niet.
Dat deed ze wél in het stikstofdebat van 23 juni; door een golf aan interrupties aan haar adres stond ze van alle Kamerleden het langste achter het spreekgestoelte. Dit debat en de APB zijn uiteraard niet één op één te vergelijken, maar het verschil tussen de twee optredens is wel aanzienlijk.
Verder verscheen er op Prinsjesdag een zetelpeiling van I&O Research. BBB leverde daarin drie zetels in ten opzichte van de peiling in juli. Het is goed mogelijk dat dit verband houdt met het feit dat stikstof inmiddels –zeer waarschijnlijk tijdelijk– wat minder hoog op de politieke agenda staat.
Hoewel één debat en één peiling niet al te veel zeggen, rijst wel de vraag of BBB stikstof nodig heeft om in Den Haag écht aanwezig te zijn, zowel qua onderscheidende inbreng als voor het neerzetten van een daverende verkiezingsuitslag.