Klimaatzorgen remmen kinderwens
Mensen maken zich meer dan ooit zorgen over klimaatverandering. Onderzoek in 31 landen leert dat meer dan vier op de tien mensen zich door de gevolgen van klimaatverandering laten afschrikken om kinderen te krijgen.
Dat meldde IPS dinsdag. Het persbureau baseert zich op een onderzoek van opiniepeiler Globescan. Dat ondervroeg in de zomer 29.293 deelnemers uit 31 landen van over de hele wereld. Uit de enquête blijkt een ongekende bezorgdheid over de klimaatcrisis bij het wereldwijde publiek.
Vier op de tien mensen noemen de gevolgen van de klimaatverandering als een remmende factor op de kinderwens. Bij jongeren onder de dertig jaar stijgt dat cijfer zelfs tot 44 procent.
In Egypte (61 procent), Zuid-Korea (59 procent), Turkije (54 procent), Hongkong (53 procent), India (52 procent) en Thailand (51 procent) zijn de meeste mensen het erover eens dat ze geen kinderen willen vanwege de gevolgen van de klimaatverandering. Bij de Kenianen (23 procent) en de Indonesiërs (18 procent) leeft dat idee veel minder.
In de bevraagde Europese landen (Duitsland, Spanje, Nederland, Zweden, Italië en het Verenigd Koninkrijk) staat tussen de 40 en 28 procent van de bevolkingen negatief tegenover het krijgen van kinderen vanwege het veranderend klimaat.
Vijfenzestig procent van de bevraagde mensen zegt nu dat klimaatverandering een „zeer ernstig” probleem is, het hoogste niveau dat ooit is geregistreerd sinds de eerste bevraging in 2002. En 37 procent van de respondenten zegt dat ze op dit moment zelf al „ernstig getroffen” zijn door het veranderend klimaat. In 2020 was dit nog slechts 31 procent.
Een grote meerderheid is het eens met de stelling dat arme mensen het meest te lijden zullen hebben onder de gevolgen van de klimaatverandering.