Vijf Syriëgangsters blijven in de cel, zesde voorlopig vrij
Vijf van de zes Nederlandse vrouwen die in Syrië zouden hebben deelgenomen aan de strijd van de terroristische organisatie IS, blijven in de cel tot hun rechtszaak volgend voorjaar. Het verzoek van een van hen om in afwachting van de zaak vrijgelaten te worden, werd donderdag door de rechtbank in Rotterdam gehonoreerd.
De 53-jarige is er lichamelijk en geestelijk slecht aan toe en had al in een eerder stadium gevraagd haar proces in vrijheid te mogen afwachten. De vrouw raakte zwaargewond bij een brand in een Koerdisch vluchtelingenkamp. Ze wordt over twee weken vrijgelaten en moet zich verplicht laten behandelen.
Vijf van de zes vrouwen werden in februari van dit jaar opgehaald uit een Syrisch vluchtelingenkamp, de zesde vluchtte naar Turkije en werd door dat land in juni uitgeleverd aan Nederland. De vrouwen vertrokken allemaal tussen 2012 en 2015 naar Syrië en worden ervan verdacht daar te hebben deelgenomen aan de strijd van IS. Enkele jaren later kwamen de vrouwen en deels ook hun kinderen in vluchtelingenkampen terecht nadat IS die strijd verloor.
Sinds ze terug zijn in Nederland zitten de vrouwen vast en zijn ze gescheiden van hun kinderen. Een deel van de vrouwen verkiest in de cel te blijven tot het proces om niet nog een keer afscheid van hun kinderen te moeten nemen als ze terug de gevangenis in moeten. Twee van de vrouwen vroegen wel voorlopig vrijgelaten te worden. Hun advocaten beweren dat de enige fout die ze gemaakt hebben, is naar Syrië af te reizen. De een (33 jaar) ging haar liefde achterna en de ander (53) wilde haar kinderen en kleinkinderen zo graag zien dat ze besloot af te reizen.
Volgens het Openbaar Ministerie hebben alle vrouwen zich uit ideologische motieven aangesloten bij IS en zouden ze daarom niet vrij moeten komen. De rechtbank ging daar in het geval van de 53-jarige vrouw niet in mee. Volgend jaar maart worden de meeste rechtszaken tegen deze vrouwen afgehandeld.