Column: Neigen
Ik ging deze keer met de auto naar het werk. Het was warm en ik stond voor zo’n stoplicht dat maar niet op groen wilde gaan. Voor wat frisse lucht stond het raampje open.
Ik ging deze keer met de auto naar het werk. Het was warm en ik stond voor zo’n stoplicht dat maar niet op groen wilde gaan. Voor wat frisse lucht stond het raampje open.
Op het fietspad naast me zag ik een oude man aankomen. Hij was in zichzelf aan het praten. Hoewel, het leek meer roepen. Het was waarschijnlijk een elektrische fiets waarop hij reed, want hij kwam snel dichterbij. „Praat nou eens harder, want ik hoor je zo niet. Ik moet op de auto’s letten hè, anders vallen we!” Er bleek een klein ventje achter op de fiets te zitten. „Opa”, riep hij toen, „ik heb het zo warm, ik wil in het badje!” Het antwoord hoorde ik niet meer, want tja, hun verkeerslicht werd wel groen.
Tegelijk kwam er van de andere kant nog een fiets aan, een bakfiets. Een jonge moeder moest flink trappen om dat hele gevaarte, met ook nog twee kinderen erin, vooruit te krijgen. Ze had een hoogrode kleur, want zo hard trappen met dit warme weer viel niet mee. Het verkeerslicht voor de fietsers ging op oranje en dus werd er gestopt.
Moeder boog zich ver naar voren, want de twee kleuters in de bak hadden heel wat te vertellen. Ze deed haar hand aan haar oor, waardoor de kinderen wat duidelijker gingen praten. Ik hoorde iets van een kar en scheppen en boos, tot ik ineens luid gestoord werd door een irritante claxon achter me. Moeder bleef echter luisteren, het was vast heel belangrijk. Opnieuw die claxon en toen zag ik tot mijn schrik dat mijn verkeerslicht inmiddels van groen in oranje veranderde. Nog net voor rood reed ik verder.
Daarna overdacht ik dat mooie moment van zonet. Een opa, die uitkeek voor gevaren, maar toch wilde horen wat zijn kleinzoon zei. Die hem zelfs aanmoedigde vooral hard te roepen. En een moeder voor wie het verhaal van die twee kleine kinderen belangrijker was dan alle geluiden om haar heen. Die niet haar mobiel pakte om gauw een bericht te sturen, of om die twee mooie kindertjes op sociale media te zetten. Maar die zich naar de kinderen toe boog.
En ik dacht aan die jongeren voor wie het onbegrijpelijk is dat God hoort. Omdat ze in hun leven zo vaak niet gehoord zijn door mensen. Ik zal ze uitleggen wat het betekent: „Hij neigt Zijn oor”, „Hij hoort mijn stem” en „Hij ziet de eenvoudigen.” Zoals een moeder of een opa op de fiets. En dan oneindig meer.