Hoofd analyse CIA moet opstappen
Het hoofd van de afdeling analyse van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA heeft van de nieuwe CIA-chef, Porter Goss, te horen gekregen dat hij moet vertrekken. Jami Miscik leidde de analisten van de CIA sinds 2002.
De inlichtingendienst lag de laatste jaren onder vuur vanwege de miscalculaties betreffende massavernietigingswapens in Irak en vanwege het feit dat de Amerikanen in Irak onvoldoende waren voorbereid op de opstand die volgde op de invasie. Het vertrek van Miscik komt niet onverwacht. De inlichtingencommissie van het Huis van Afgevaardigden bracht eerder dit jaar een kritisch rapport over de CIA uit.
Daarin werd onder meer kritiek geleverd op de „verspilling van energie” door de afdeling analyse van de CIA. Het rapport kwam tot stand onder leiding van Porter Goss, toen nog voorzitter van de inlichtingencommissie. Na het aftreden van George Tenet als chef van de CIA benoemde president Bush Goss op die plaats. Sinds deze wisseling van de wacht is een aantal topfunctionarissen van de inlichtingendienst vrijwillig opgestapt of gevraagd te vertrekken.
Intussen is ook de positie van de CIA zelf veranderd. Als gevolg van de hervorming van het Amerikaanse inlichtingenapparaat die eerder deze maand werd goedgekeurd door het Congres en die door president Bush werd ondertekend, is de CIA niet meer de coördinator voor de vijftien inlichtingendiensten van de VS. Die rol is gereserveerd voor de nieuwe functie van nationaal inlichtingendirecteur. Deze wordt voortaan ook verantwoordelijk voor de dagelijkse inlichtingenbriefingen van de president. Het is niet bekend of president Bush voor deze functie Porter Goss op het oog heeft of dat er ook andere kandidaten worden overwogen.
De federale recherchedienst FBI maakte dinsdag bekend dat Willie Hulon is benoemd tot nieuwe directeur van de antiterreurafdeling. Hulon is al de zesde chef van deze afdeling sinds de septemberaanslagen in 2001. Drie van zijn voorgangers werden binnen de FBI overgeplaatst en twee voorgangers verlieten de dienst. Het Amerikaanse bedrijfsleven biedt hoge salarissen voor antiterreurspecialisten. Dat ondermijnt volgens sommige politieke waarnemers de beleidscontinuïteit die voor de strijd tegen het terrorisme vereist is.