Beide bewindslieden willen zelf zien en horen „wat het belang en de betekenis is van het slavernijverleden op de eilanden én voor Nederland”, zo heeft het ministerie van BZK bekendgemaakt. Op Sint Maarten gaan de twee bewindsvrouwen in gesprek met inwoners met verschillende achtergronden over het slavernijverleden, en de betekenis daarvan voor de toekomst.

Op Sint Eustatius wordt onder meer met jongeren over het slavernijverleden gesproken. Ook op Curaçao gaan de bewindspersonen in gesprek met jongeren als ook met experts op het terrein van het slavernijverleden.

Op verzoek van de minister van BZK heeft het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden een advies uitgebracht over het omgaan met het slavernijverleden en de gevolgen daarvan voor vandaag de dag. Voor het einde van dit jaar komt het kabinet met een reactie op het advies. De ervaringen van deze reis worden in de kabinetsreactie meegenomen, meldt BZK.

Medio augustus hebben negen Kamerleden zich in Suriname en vervolgens op Curaçao en Bonaire in het koloniale verleden van Nederland verdiept. Die reis diende als voorbereiding voor activiteiten in 2023, het herdenkingsjaar van de afschaffing van de slavernij.

Deze maand gaat ook premier Mark Rutte naar Suriname. Het bezoek gaat vooral over de toekomstige relatie tussen beide landen, zei hij begin juli. Er zal wel gelegenheid zijn om over het slavernijverleden te praten, zei de minister-president toen.