Grif 500 euro voor Paleis op de Dam
Voor de een zijn ze gevuld met gif, volgens een ander vormt de inhoud een opkikkertje. KLM deelt dagelijks Delfts blauwe miniatuurhuisje uit, die zijn gevuld met jonge jenever van Bols. De huizenprijzen stijgen.
De collectie groeit gestaag. KLM heeft vorige week in Willemstad het 85e huisje gepresenteerd. Het pandje, een kopie van het beroemde, uit 1708 daterende Penha-huis aan de Handelskade in Willemstad, is het eerste exemplaar dat niet uit de lage landen bij de zee komt. KLM en Bols hebben dit keer gekozen voor een Antilliaanse variant, in het kader van de viering van de 70-jarige relatie tussen de luchtvaartmaatschappij en de eilanden.
De luchtvaartmaatschappij overhandigt sinds 1952 miniatuurhuisjes aan passagiers in de business class op intercontinentale vluchten. Aan het eind van de reis verschijnt een stewardess met een vriendelijke glimlach én een dienblad vol huisjes. Voor sommigen het hoogtepunt van de vlucht. „Sommige passagiers zitten met lijsten op schoot om te kijken welk nummer ze nog missen”, vertelt KLM-directeur Peter Hartman.
Per jaar delen stewardessen wereldwijd een kleine miljoen huisjes uit. KLM is de enige maatschappij die een dergelijk cadeautje aan passagiers verstrekt. „Concurrenten zijn stinkend jaloers”, weet Hartman. Op vluchten naar het Midden-Oosten, waar geen sterke drank mag worden ingevoerd, bieden de stewardessen lege pandjes aan.
Begin jaren vijftig mochten maatschappijen geen cadeautjes verstrekken om klanten te trekken. Dit zou oneerlijke concurrentie zijn. KLM begon echter Delfts blauwe huisjes uit te delen, aanvankelijk gevuld met likeur, later met jonge jenever. Concurrenten trokken al snel aan de bel.
De KLM-directie wist van de prins geen kwaad. „Wij mogen toch zelf weten hoe wij drankjes schenken? Er is geen wet die voorschrijft hoe ik drank moet serveren”, aldus een historisch overzicht op de website www. klmhuisjes.com.
In 1993 had het luchtvaartbedrijf zestig verschillende huisjes op de plank staan. Een jaar later, toen KLM zijn 75-jarig jubileum vierde, werden in hoog tempo vijftien extra miniaturen uitgegeven. Daarmee kwam het aantal op 75 stuks. Sinds die tijd levert KLM elk jaar op 7 oktober een nieuw huis op. Het fenomeen heeft enkele jaren geleden even ter discussie gestaan. Heel even maar. Want de KLM-huisjes zijn sindsdien boven elke discussie verheven.
De keus voor een nieuw huisje komt tot stand na zorgvuldige afweging. KLM en Bols mogen om het andere jaar een woning kiezen. Consumenten kunnen een voordracht doen, maar een jury beslist. Een kandidaat-pand moet op z’n minst een historische en culturele waarde hebben. „Er moet een verhaal achter zitten”, verduidelijkt KLM-directiewoordvoerder Youssef Eddini.
De Frans-Nederlandse maatschappij en de Frans-Nederlandse destilleerderij werken nauw samen. Het duo laat de miniaturen maken in China. Om de pandjes te vullen, stuurt de jeneverproducent uit Zoetermeer, sinds drie jaar onderdeel van het Franse Rémy Cointreau, een schip met jenever naar China.
„De huisjes moeten direct na productie worden afgevuld”, legt international branddirector Hidde van der Pol van Bols uit. Elk huisje bevat 0,05 liter sterkedrank. Bols garandeert de houdbaarheid zeven jaar. „Daarna is het nog altijd goed te drinken, maar loopt de kwaliteit langzaam terug.”
De pandjes zijn populair bij de 20 miljoen passagiers die KLM jaarlijks vervoert. „Japanners en Chinezen zijn er gek op”, aldus de KLM-directeur bij de presentatie. „Het zijn collectors items geworden.” Volgens Hartman komt het voor dat reizigers speciaal voor KLM kiezen om het huisje. „Zeker als de buurman er eentje meer heeft.”
De Delfts blauwe huisjes worden op internet en via ruilbeurzen te koop aangeboden. Voor het duurste exemplaar, het Paleis op de Dam, wordt grif 500 euro neergeteld, mede omdat dit niet meer wordt uitgegeven. De prijs van ’normale’ panden varieert van 5 tot 10 euro.
KLM en Bols kiezen bij voorkeur voor een huis in Nederland. Het duo is hiervan afgeweken met het KLM-feestje op de Antillen. Volgend jaar mag Bols weer een pandje kiezen. De destilleerders willen er nog niets over kwijt. Gooit een van de andere Caraïbische eilanden hoge ogen? „Waarschijnlijk niet.”