Slaperig grijpt Johan van Kessel (53) zondagochtend 14 augustus rond 6.15 uur naar zijn rinkelende telefoon. Een inspecteur van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) belt. Zijn boodschap is duidelijk: de NVWA gaat al Van Kessels kippen ruimen. „Dat gaat niet gebeuren”, reageerde Van Kessel. „Daarop zei de inspecteur dat hij later wel zou terugbellen, zodat ik het nieuws kon laten bezinken. Dat was verstandig van hem.”

De aankondiging dat de NVWA zijn kippen gaat ruimen, komt als een volslagen verrassing voor de pluimveehouder. „Normaal gesproken gaan er wel geruchten rond als er vogelgriep in de buurt is aangetroffen, of als dat mogelijk het geval is. Maar nu had ik niets gehoord. Ik was hier totaal niet op voorbereid, des te meer omdat vogelgriep doorgaans in de zomer niet voorkomt in Nederland. Het is dit jaar voor het eerst wel het geval.”

Protest

Van Kessel legt zich niet zonder meer neer bij het besluit om te ruimen. „Ik wist natuurlijk wel dat de regels over het ruimen van kippen van naburige bedrijven vaststaan, maar ik wilde de halve procent kans die ik had om de ruiming tegen te houden, benutten”, legt de pluimveehouder uit. Daarom tekent hij protest aan bij de NVWA, maar tevergeefs.

Als de ruiming plaatsvindt, is Van Kessel niet langer baas op eigen erf. „Ik moest me overgeven aan wat er gebeurde. Dat was emotioneel erg zwaar voor mij.” Het afmaken en wegvoeren van de dieren begon maandag en duurde tot dinsdagmiddag.

De ontwikkelingen in zijn stallen laten Van Kessel niet onberoerd. „Ik heb heel slechte dagen achter de rug. De helft van de geruimde dieren was pas tien dagen binnen. Het was een klap om te horen dat de NVWA ook hen zou ruimen.” Het scheelt enigszins dat Van Kessel er financieel goed voor staat. „Bovendien krijgen we de kippen en de eieren vergoed. Maar de leegstand die de komende maanden volgt, kost zeker geld.”

Gezond

Hoewel de eerste emoties wat zijn gezakt, is de Lunterse pluimveehouder nog steeds ontstemd over de dood van al zijn kippen. „Ze waren allemaal gezond, ze mankeerden niets. Dat maakt het des te moeilijker. Ik denk dat preventief ruimen niet nodig was. Het bedrijf dat is getroffen door vogelgriep was relatief klein. Die mensen hadden maar zo’n 5000 dieren. Die zijn vrij eenvoudig netjes te ruimen. Als je ervoor zorgt dat er bijvoorbeeld geen veertjes wegvliegen, voorkomt dat dat de vogelgriep zich verder verspreidt. Als de pluimveehouders vervolgens ook elke dag zouden testen of hun kippen niet ziek zijn, hoeven beesten van andere collega’s niet ook te worden afgemaakt.”

In deze moeilijke tijden vindt Van Kessel steun in zijn geloof en bij zijn vrouw, voor wie de situatie ook ingrijpend is. „Ze was op vakantie met de kinderen. Toen ze het nieuws hoorde, is ze dezelfde dag nog teruggevlogen naar Schiphol.”

Van Kessel krijgt veel medeleven uit zijn omgeving. „We worden gebeld en geappt van alle kanten. Daar heb ik niet over te klagen.”