Delfzijlse fabriek voor plantaardig plastic strikt LVMH als klant
Het Franse concern voor luxeproducten LVMH gaat voor zijn cosmeticaverpakkingen plantaardig plastic gebruiken uit een fabriek in Delfzijl. Het bedrijf achter die fabriek, Avantium, verwacht vanaf 2024 op commerciële schaal bouwstoffen voor plantaardige plastics te produceren. LVMH, het bedrijf achter merken als Givenchy, Christian Dior en Acqua di Parma, onderzocht al langer met Avantium of het nieuwe materiaal geschikt is voor verpakkingen van parfum of make-up.
Avantium werkt al jaren aan plannen voor een fabriek die op grote schaal furaandicarbonzuur, kortweg FDCA, uit suikers in planten kan winnen. Die stof is weer een belangrijke bouwsteen voor een plantaardig geproduceerd plastic, PEF genaamd. Doordat deze plasticsoort volledig te recyclen is, zou dit materiaal uitkomst bieden voor het afvalprobleem met plastic verpakkingen. Ook wordt de afhankelijkheid van fossiele grondstoffen als olie minder.
De cosmeticadivisie van LVMH heeft nu beloofd om een bepaalde hoeveelheid af te nemen van Avantiums plantaardige bouwstenen voor plastic als de Delfzijlse fabriek gaat draaien. Voorafgaand aan die overeenkomst onderzochten het Franse luxeconcern en het Nederlandse speciaalchemiebedrijf al de mogelijkheden voor cosmeticaverpakkingen.
Naast de deal met LVMH maakte Avantium ook bekend dat de Braziliaanse dochteronderneming van bierbrouwer AB Inbev, AmBev, plantaardige plastics gaat afnemen. Het bierconcern gaat dit materiaal gebruiken voor de frisdranken die het ook verkoopt.
Financiële details maakte Avantium niet bekend. Ook is het niet direct duidelijk voor welke volumes de grote merken hebben getekend.
Eerder haalde Avantium al het Deense bierconcern Carlsberg, Wicky-moederbedrijf en bottelaar Refresco en het Belgische verpakkingsbedrijf Resilux binnen als klant. Ook het Japanse chemiebedrijf Toyobo en de Amerikaanse folieproducent Terphane sloten overeenkomsten.