„VS onderschatten situatie in Irak”
Washington heeft de opstand in Irak ernstig onderschat en wordt daarom nu geconfronteerd met een toenemend aantal dodelijke aanvallen. Dit is vergelijkbaar met de fouten die indertijd gemaakt werden tijdens de oorlog in Vietnam.
Dit is de conclusie van een onderzoek van het Center for Strategic and International Studies in Washington. Het onderzoek werd uitgevoerd onder leiding van Anthony Cordesman, een voormalig medewerker van het ministerie van Defensie. Cordesman is voor het onderzoek recentelijk een aantal malen in Irak geweest.
„Washington heeft de ernst van de oppositie tegen de Amerikaanse invasie onderschat en heeft de steun voor Amerika’s democratisering van Irak schromelijk overdreven. Daardoor lijken sommige woordvoerders in Washington soms in ’fantasieland’ te leven”, aldus Cordesman. Een fatale vergissing die de Amerikanen volgens hem hebben gemaakt, is de ontbinding van het oude Iraakse leger geweest.
„Een aantal beroepsofficieren verloor werk en pensioen, zonder dat daarvoor iets terugkwam. Dit leidde tot bitterheid en versterkte de rangen van de oppositie”, zo stelt het rapport van het Center for Strategic and International Studies. Volgens dit rapport bedraagt het aantal actieve, militante leden van Iraks oppositie niet 5000 zoals Washington beweert maar minstens 12.000 tot 16.000 deelnemers.
Om deze militante oppositie effectief te bestrijden, hebben de Amerikanen en Britten meer troepen in Irak nodig. Dat was de boodschap van aftredend minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell aan president Bush en de Britse premier Blair tijdens hun laatste topoverleg in Washington. Powell was voorzitter van de verenigde chefs van staven tijdens de eerste Golfoorlog. Hij heeft binnen de regering-Bush junior tevergeefs gepleit voor meer troepen voor de invasie van Irak.
Volgens The Washington Post bracht hij zijn zorgen over de troepensterkte vorige maand nog eens nadrukkelijk naar voren, toen Blair president Bush bezocht kort na de verkiezingsoverwinning van de president. Nog geen drie weken later kondigde Washington aan dat men het aantal troepen in Irak met minstens 12.000 man zou versterken tot een niveau van 150.000 man. De naderende verkiezingen vormden de verklaring voor deze beslissing.