Een kibbelingwalm komt de toeristen en koopjesjagers die dinsdagochtend de Rotterdamse metro verlaten, tegemoet. Kraampjes zo ver het oog reikt. Vlak bij station Blaak is een van de grootse marken van Nederland in volle gang. Op dinsdag en zaterdag staan hier zo’n 250 kramen.

De Rotterdamse marktkoopman Ronald Hekking (62) ziet het de laatste jaren drukker worden bij zijn kraam. „Sinds een jaartje zitten we weer op het niveau van vlak voor de coronaperiode. Toen was het ook megadruk.”

Hekking, die al vanaf zijn zeventiende eigen baas is, zegt dat de hoge prijzen in de supermarkt „ongetwijfeld” meespelen bij de huidige drukte tussen de kramen. Maar ook het diverse aanbod trekt mensen, volgens de groenteman. „Ik heb een aantal speciale producten in mijn kraam liggen, zoals kapucijners en bijzondere soorten champignons die klanten lang niet overal kunnen vinden.” Dat de Nederlandse markten goede zaken doen, bleek zaterdag uit cijfers van marktonderzoeker GfK (zie kader).

Lees ook

Gevolgen coronamaatregelen nog altijd merkbaar voor marktkoopman Erik Blonk

Hekking denkt dat de Binnenrotte veel mensen met een kleine beurs trekt. „Aan het einde van de marktdag gaan de prijzen flink omlaag. Dan gaat een doos mango’s voor 1 of 2 euro weg. In de supermarkt betaal je dat voor een losse mango.”

Lekkernij

Tegenover een van de kaaskramen zit Astrid (53) op een bankje. Ze woont in Vlaardingen en komt met name voor de lage prijzen naar de markt in hartje Rotterdam. „De supermarkt is niet normaal duur. Hier koop ik drie moten zalm voor 10 euro. Bij de super betaal ik voor 2 mootjes 8 euro.”

Ook Corrie (54) is geregeld op de Binnenrotte te vinden. „Even naar de mart, zoals wij Rotterdammers dat noemen.” Ze komt behalve voor de lagere prijzen ook voor de gezelligheid en de lekkere kaas. De twee doosjes druiven die uit haar tas steken, hebben haar 1,50 euro gekost. „Bij de Jumbo is dat al snel 3 of 4 euro.” Corrie, die al heel wat jaartjes op de markt komt, ziet het aantal kraampjes en bezoekers gestaag stijgen.

Dat het drukker wordt, ziet ook Romeo. Hij staat midden op het plein achter zijn kar met schaafijs, een Surinaamse lekkernij. „Mensen zoeken in deze dure tijden hoe het goedkoper kan. Winkelen op de markt scheelt flink in de portemonnee.” Op de markt is je gulden een daalder waard, luidt een oud gezegde van marktkooplui. Volgens Romeo begint dat besef bij zijn klanten weer te groeien.

Studenten

Het aanbod op de Binnenrotte trekt steeds meer jongeren, zegt groenteman Ronald Hekking. „Ons klantenbestand is lang niet meer zo grijs als het geweest is.” Hij ziet bij zijn kraam veel studenten en bijvoorbeeld mensen die in hun lunchpauze een rondje lopen.

Rosalie, een studente van 24, ziet om zich heen steeds meer leeftijdsgenoten die de markt weten te vinden. Ze is ongeveer eens per week tussen de kramen te vinden. „Ik koop vooral noten en fruit. De prijzen zijn substantieel lager dan in de supermarkt.” Toch doet Rosalie niet al haar boodschappen op de markt. „Het moet net uitkomen met mijn werk en studie.”

Hans (70), die uit de richting van de monumentale Laurenskerk komt lopen, gaat alleen naar de markt als zijn vrouw zegt dat hij mee moet. „Dat is zo’n twee keer per jaar.” Hij is nu in de binnenstad om kleding te kopen. „Maar we pakken ook wat fruit en groente van de markt mee, vanwege het prijsverschil met de supermarkt.”