Storing maakt einde aan missie van deels Nederlandse satelliet
Een Europese satelliet houdt na zes jaar op met werken. De sonde Sentinel-1B kreeg in december last van technische problemen en het is niet gelukt om die op te lossen. Daarom heeft de Europese ruimtevaartorganisatie ESA besloten om de missie voortijdig te stoppen.
De Sentinel-1B was gebouwd om de aarde in de gaten te houden. Hij kon bijvoorbeeld verzakkingen in de bodem meten, maar ook droogte en overstromingen, en ijsbergen op zee. De satelliet is gedeeltelijk in Nederland gemaakt. Zo komen de zonnepanelen van Airbus Defence and Space in Leiden, het vroegere Fokker Ruimtevaart.
Op 23 december stopte de stroomvoorziening in de satelliet plotseling. Instrumenten kregen geen elektriciteit meer en de sonde kon geen gegevens meer naar de aarde sturen. De oorzaak daarvan is niet bekend.
De ‘tweeling’ van de satelliet, de Sentinel-1A doet het volgens de ESA nog goed. Die draait sinds 2014 in een baan rond de aarde. In de loop van volgend jaar moet een vervanger van de 1B worden gelanceerd, de Sentinel-1C. Daarna moet de 1B gecontroleerd uit zijn baan om de aarde zakken en verbranden in de dampkring.
In totaal heeft Europa acht Sentinel-satellieten in een baan rond de aarde gebracht. Ze maken deel uit van een groter Europees project om de aarde vanuit de ruimte in de gaten te houden. Het project heeft de naam Copernicus gekregen en kost ongeveer 8 miljard euro.