Oplaat wijst erop dat sinds enkele weken in het zuiden van Drenthe en het westen van Overijssel veel dode ooievaars worden gevonden. De dieren blijken besmet met vogelgriep. Ook bij een ooievaarsopvang in De Schiphorst, een buurtschap op de grens van Drenthe en Overijssel, zijn al tientallen ooievaars doodgegaan.

„Het lijkt erop dat het virus zich aanpast aan andere vogelsoorten”, zegt Oplaat. „In juni waren grote sterns besmet en een paar maanden eerder kanoeten. Ik vind dat zorgelijk. Zoiets hebben we niet eerder meegemaakt. Ooievaars vliegen ver het land in en verzamelen voedsel in de weilanden. Er hoeft bij wijze van spreken maar een veertje een kippenstal in te waaien en het virus is binnen.”

Volgens de pluimveehoudersvoorman moet onderzoek uitwijzen of het virus inderdaad een nieuwe variant heeft ontwikkeld. De jongste uitbraken houden pluimveehouders scherp, zegt hij.

Dat hoogpathogene (zeer besmettelijke) vogelgriep die middenin de zomer in de Nederlandse pluimveehouderij toeslaat, is bijzonder. Eerdere jaren bleven uitbraken beperkt tot de periode dat trekvogels in Nederland zijn, grofweg tussen oktober en april.

De nieuwste uitbraak betreft een biologische stal met 13.000 kippen, zo meldde het ministerie van Landbouw dinsdag. Op dezelfde locatie liggen nog vier stallen met 95.000 scharrelkippen. Om verspreiding van het virus te voorkomen worden alle kippen geruimd.

Vorige week werd bij twee andere bedrijven in Dalfsen vogelgriep ontdekt. Bij een vleeseendenbedrijf moesten toen ongeveer 88.000 eenden worden geruimd en bij een kippenbedrijf werden 42.000 zogeheten vleeskuikenouderdieren gedood. In dat laatse geval is uit voorzorg ook een nabijgelegen tweede bedrijf van dezelfde eigenaar met 11.000 kippen geruimd.

In zones met een straal van 10 kilometer rond de besmette bedrijven is de ophokplicht, die eind juni was opgeheven, weer ingesteld. Daardoor mogen onder meer biologische kippen niet meer naar buiten. Ook geldt een vervoersverbod voor onder meer pluimvee, mest en eieren.