Zorgen
2 Samuël 18:19
„Toen zei de koning: Is het wel met de jongeling, met Absalom?"
De zorgen van ouders kunnen groot zijn, en sommige jonge mensen denken daar niet voldoende over na, want dan zouden zij dankbaarder zijn, en zij zouden die niet zo dikwijls door hun onbezonnen gedrag vermeerderen. Ik ben er zeker van dat er veel zoons en dochters zijn die niet graag hun ouders verdriet zouden berokkenen, en die niettemin maken dat hun vader en moeder hun leven met grote droefheid verder doorbrengen. Het is onmogelijk dat zij dit altijd in onschuld doen: er moet in vele gevallen een zekere mate van onbedachtzaamheid zijn wanneer jonge mensen het gevolg van hun gedrag voor hun vrienden voorzien.
Er zijn in het bijzonder sommige jonge mensen die in het toegeven aan wat zij hun vrijheid noemen, op tere gevoelens trappen van haar die hen heeft gebaard, en die dikwijls hun beide ouders slapeloze nachten en beangstigende moeilijkheden bezorgen. Dit is een zonde, waarvan verantwoording moet worden afgelegd voor de rechterstoel van God, Die een bijzondere belofte heeft gegeven voor plichtsgetrouwe kinderen, maar een bijzondere vloek voor de opstandige heeft weggelegd.
Alle ouders moeten zorgen hebben. Er is nooit een klein kind aan de borst van een moeder gelegd dat geen zorg, arbeid, verdriet, en bezorgdheid met zich meebrengt. Er ligt vreugde in het ouderschap, maar er moet noodzakelijk een ruime mate van bange zorg mee vergezeld gaan in de tere kinderjaren.
C. H. Spurgeon, predikant te Londen
(”12 preken voor jongeren”, 2016)