Inflatie eurozone stijgt verder naar 8,9 procent in juli
De inflatie in de eurozone is in juli verder gestegen, wederom aangejaagd door de hoge prijzen voor energie en levens- en genotmiddelen.
Volgens een voorlopige raming van het Europese statistiekbureau Eurostat klom de inflatie naar 8,9 procent op jaarbasis, van 8,6 procent in juni. De hoge inflatie zet de koopkracht van huishoudens onder druk en kan de economie schaden als consumenten de hand meer op de knip gaan houden.
Het statistiekbureau in Luxemburg meldt de cijfers via de Europese geharmoniseerde meetmethode, die in het leven is geroepen om de inflatiegegevens van verschillende Europese landen goed met elkaar te kunnen vergelijken. Binnen de eurozone ligt de inflatie het hoogst in de Baltische staten, geleid door Estland met 22,7 procent. In Malta is die het laagst met 6,5 procent.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zei eerder op de dag dat in Nederland de inflatie in juli is uitgekomen op 11,6 procent, tegen 9,9 procent in juni.
Het CBS publiceert later het maandcijfer over de inflatie volgens zijn eigen rekenmethode. Daarin worden onder andere de kosten voor wonen bijgehouden, zoals de huurprijzen. De Europese methode laat die buiten beschouwing. In juni bedroeg deze inflatie in Nederland 8,6 procent in vergelijking met een jaar eerder. In mei was dat nog 8,8 procent.