Bruls hekelt omgang met „kostbare rechten” na afblazen FDF-demo
De burgemeester van Nijmegen, Hubert Bruls, hekelt „de manier waarop sommige mensen omgaan met de kostbare rechten die ons land biedt”. Dat zei hij na afloop van de laatste dag van de Vierdaagse. Zijn zorgen richten zich op de beweegredenen van actiegroep Farmers Defence Force (FDF) om uiteindelijk niet te komen demonstreren bij het evenement, terwijl hier door samenwerking van meerdere instanties wel mogelijkheid toe geboden was.
De boerenactiegroep kondigde in eerste instantie aan met vijfhonderd trekkers naar de Nijmeegse Vierdaagse te komen om te demonstreren tegen het stikstofbeleid van het kabinet. „Op de drukste dag van het jaar demonstreren; dat was natuurlijk niet reëel”, zei Bruls daarover. Ondanks een noodverordening in Nijmegen, dwongen de boeren uiteindelijk via de rechter af dat vijftig demonstranten met één trekker langs de intocht van de route mochten staan.
Bruls noemde het grondrecht om te demonstreren een groot goed en zei dat met dit alternatieve plan de aanvraag van FDF „serieus afgewogen” is. „Dit, en de rechtsgang, hebben de gemeente, politie en rechtbank al veel tijd, menskracht en gemeenschapsgeld gekost.” Bruls benadrukte daarom „ten zeerste” verbaasd te zijn dat „een klein praktisch obstakel als een frietkraam, zorgt dat de FDF zonder nader commentaar afziet van de geboden gelegenheid”.
Op de aangewezen plek had per ongeluk een eigenaar van een snackkar zijn wagen geparkeerd. Hij staat daar elk jaar en wist niet dat de plek was aangewezen voor de boeren. De eigenaar werd gevraagd te vertrekken, maar FDF besloot geen gebruik meer te maken van de locatie om hun onvrede uit te spreken over de stikstofplannen. Volgens voorman Mark van den Oever had de gemeente zich niet aan de afspraken gehouden.
De actievoerende boeren stonden uiteindelijk in een weiland van een veehouder langs route in het Limburgse Middelaar. Daar deelden ze, net als op de andere marsdagen, kaas en zuivel uit aan passerende wandelaars.