Chinese lockdowns plagen verffabrikant AkzoNobel
Verfconcern AkzoNobel heeft in het tweede kwartaal duidelijk last gehad van lockdowns in China. Daarnaast begonnen doe-het-zelfzaken in Europa hun voorraden verf af te bouwen, waardoor ze minder nieuwe blikken van merken als Sikkens of Flexa inkochten.
Door de zwakke vraag daalde de hoeveelheid verf en coatings die het van oorsprong Nederlandse concern kon verkopen. De omzet steeg desondanks met 14 procent tot net geen 2,9 miljard euro, maar dat kwam door de prijsverhogingen waarmee het bedrijf de gestegen kosten voor grondstoffen heeft doorberekend. Onder de streep bleef een nettowinst van 106 miljoen euro staan, tegenover 261 miljoen euro een jaar eerder.
De winstdaling komt niet als een verrassing. In juni waarschuwde AkzoNobel voor een hap van tientallen miljoenen euro’s uit het bedrijfsresultaat.
In Europese bouwmarkten speelde mee dat tijdens de coronalockdowns nog veel mensen aan het klussen sloegen, maar dit na de heropening van veel delen van de maatschappij minder deden. Dit terwijl doe-het-zelfzaken begin dit jaar „enthousiast” hadden ingekocht in aanloop naar een nieuw klusseizoen.
Ondertussen dreigt verf alleen maar duurder te worden. In het afgelopen kwartaal stegen de prijzen bij AkzoNobel met 16 procent. Het concern zegt de gestegen kosten voor bijvoorbeeld olie en het vervoer blijvend op te vangen via het prijskaartje. Wel denkt topman Thierry Vanlancker dat de kostenstijgingen in hevigheid zullen afnemen.
Hij benadrukt tegelijkertijd dat hogere prijzen klanten nog niet hebben afgeschrikt, omdat concurrenten hetzelfde moeten doen. „Dat zien we ook in gesprekken met onze verkooppartners. We horen bovendien dat er amper interesse is in huismerken voor verf, terwijl wij in de Benelux juist marktaandeel hebben gewonnen.” Vanlancker zei desgevraagd dat de gevolgen van een gastekort in Europa waarschijnlijk klein blijven, omdat AkzoNobel volgens hem niet zoveel energie slurpt als andere industriebedrijven en bovendien veel hernieuwbare energie gebruikt.
De Belgische topman zwaait dit najaar af bij AkzoNobel, waar hij sinds 2017 de leiding heeft. Terugblikkend ziet Vanlancker dat het verfconcern na de afsplitsing van zijn speciaalchemietak in 2018 „een goede organisatie met goede producten” is geworden. „Bij een bedrijf dat als breed conglomeraat opereert zijn er altijd wel achterpaadjes te vinden om te zeggen waarom een doelstelling niet is gehaald. Als je op verf en coatings focust en je vergelijkt dit met concurrenten kan dat niet.”