„Joden uit Westerbork niet in veewagens afgevoerd”
Joden in Kamp Westerbork werden beestachtig behandeld: ze werden afgevoerd in volgepropte veewagens… Klopt niet, zegt drs. Dirk Mulder. Om er direct aan toe te voegen dat dit het leed van de slachtoffers niet minder schrijnend maakt.
Ze heette Settela Steinbach en ze werd door de nazi’s omgebracht omdat ze tot de Sinti behoorde. Tot haar werkelijke identiteit bekend werd, stond haar foto symbool voor de Jodenvervolging. Tegelijk vormde die foto het beeld van de wijze waarop mensen vanuit het doorgangskamp op de Drentse heide naar een Duits vernietigingskamp werden gedeporteerd: in overvolle wagons die niet voor personenvervoer bestemd waren.
Dat beeld moet worden bijgesteld, betoogt Mulder in het 320 pagina’s tellende boek ”Buitengewone transporten”. Hij presenteerde het donderdagmiddag in Herinneringscentrum Kamp Westerbork, waar hij bijna 34 jaar werkte, 29 jaar als directeur.
Inmiddels is Mulder drie jaar met pensioen, maar zijn werk liet hem niet los. En dus ligt er nu het resultaat op tafel van zijn studie naar alle transporten die uit Nederland vertrokken. Dat waren er wel 114, waarvan 101 vanuit Westerbork.
Protest
Deze vrijdag is het tachtig jaar geleden dat daar het eerste transport vertrok. Dat is herdacht met onder meer het plaatsen van foto’s van de slachtoffers van dit transport bij het monument De 102.000 Stenen. Er moesten 1132 mensen in de trein, op weg naar Auschwitz-Birkenau. Onder hen waren 51 weeskinderen en hun 22-jarige onderwijzer Salo Carlebach, die vrijwillig met hen meeging. Slechts acht personen uit dit transport overleefden de oorlog.
Dit eerste transport had plaats met goederenwagons. Het leidde tot fel protest uit Joodse kring. Daarop besloot de bezetter dat de gevangenen in personentreinen zouden worden vervoerd. Dat gebeurde meestal ook, zegt Mulder. Minstens 60 procent van de gedeporteerden uit Westerbork ging met personenrijtuigen. Die werden overigens niet uit medemenselijkheid ingezet; de Duitsers hadden de goederenwagons nodig voor militaire doelen.
Goederenwagons werden soms nog wel gebruikt. Veewagens nooit. Het vertekende beeld is volgens Mulder mede ontstaan door de beschrijvingen die twee gevangenen, Philip Mechanicus en Etty Hillesum, van de transporten gaven. Zij maakten het niet erger dan het was, maar juist in hun tijd werden er wat meer goederenwagons gebruikt, blijkt uit het onderzoek van de oud-directeur van het herinneringscentrum bij Hooghalen. Het gebruik van het woord ”veewagen” vindt hij „verklaarbaar omdat het door vele slachtoffers zo is beleefd.” Zo is het veel verhalen van ooggetuigen ook verwoord. „Zoals het slachtvee naar het abattoir werd vervoerd, zo werd het karakter van de deportaties ervaren: massatransporten naar de dood.”
Serene rust
De treinen waren ook niet zo volgepropt zoals uit verhalen uit andere oorlogsgebieden bekend is. Tot nu werd ervan uitgegaan dat elke wagon 55 tot 75 personen bevatte. Mulder rekende een nieuw gemiddelde uit: rond de 47.
Zeker in de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog kwamen mensonterende transporten voor, waarbij wagons zo erg werden volgestampt dat de gevangenen niet konden zitten en soms nauwelijks konden ademhalen. Zo gebeurde dat in Westerbork niet. Het was de kampleiding er ook veel aan gelegen dat het afvoeren van de gedetineerden ordelijk, zonder onrust, zou gebeuren. Het einddoel was er niet minder gruwelijk om, en dat heeft volgens Mulder de beeldvorming van de transporten gekleurd.
De foto’s van de vertrekkende transporten tonen volgens de auteur geen mensen in doodsangst, maar „kalmte en een bijna serene rust.” „Het lijkt op een georganiseerde vakantiereis met de trein”, luidt de eerste zin van het boek. „Van schrijnende beelden is beslist geen sprake.” Mensen schudden elkaar de hand ten afscheid, en dan wordt de trein nagezwaaid. Hoewel, „als er zich ook maar enigszins een gelegenheid voordeed, dan werd alles in het werk gesteld om niet met de trein mee te hoeven.” Spanning was er wel degelijk, want de toekomst was ongewis.
Nauwkeurig
En wij weten nu wat die toekomst was. De meeste passagiers werden kort na aankomst in het oosten vermoord. Anderen overleden later aan ontberingen in het concentratiekamp. Van de 107.000 gedeporteerden overleefden slechts 5000 mensen de oorlog. Aan die gruwelijke werkelijkheid doet Mulder niets af. Het is zijn levenswerk geweest jonge generaties daarover te informeren.
Waar het verhaal van de beestenwagens vandaan kwam? „Het is te begrijpen dat een onvoorstelbaar dieptepunt in de mensheidsgeschiedenis gepaard kan gaan met woorden en begrippen die bedoeld zijn om nog meer nadruk op de gruwelijkheid te leggen. Maar de massamoord op de Joden en de wijze waarop de nazi’s deze realiseerden, was van dien aard dat er juist alle reden is om deze zo nauwkeurig mogelijk te schetsen. De historische werkelijkheid is al zo onmenselijk dat veewagens daaraan niets toevoegen. Het gebruik van overwegend personenrijtuigen, weliswaar oud en vaak verrot en in miserabele staat, in de deportaties vanuit Nederland doet aan de uiteindelijke moord niets af.” Het was al allerergst zoals het was.
Buitengewone transporten. Deportaties van Joden, Roma en Sinti uit Nederland 1940-1945; Dirk Mulder; uitg WBooks, Zwolle; ISBN 978 94 625 8498 3 320 pag.; € 29,95