G20-landen bespreken gevolgen Oekraïne-oorlog
De ministers van Financiën en de leiders van centrale banken van de G20-landen zijn vanaf vrijdag in Indonesië bijeen om over de gevolgen van de Russische invasie in Oekraïne te praten.
Volgens het gastland zou het catastrofaal uitpakken als de landen er niet in slagen de energie- en voedselcrisis aan te pakken. De tweedaagse bijeenkomst wordt gehouden op vakantie-eiland Bali.
De oorlog in Oekraïne heeft onder andere gezorgd voor sterk opgelopen voedselprijzen. Oekraïne en Rusland behoren tot de grootste tarwe-exporteurs ter wereld en nemen normaal respectievelijk 20 procent en 10 procent van de wereldwijde verkoop voor hun rekening. Door de Russische invasie in Oekraïne en de afsluiting van de Zee van Azov en de Zwarte Zee is de uitvoer bijna tot stilstand gekomen. Dat raakt vooral de armere landen.
Falen
In haar openingswoord riep de Indonesische minister van Financiën Sri Mulyani Indrawati de ministers op om samen te werken omdat „de wereld wacht” op oplossingen. „De kosten van ons falen zijn hoger dan we ons kunnen veroorloven”, zei ze tegen de afgevaardigden. „De humanitaire gevolgen voor de wereld en voor veel landen met lage inkomens zouden catastrofaal zijn.”
Tijdens de top zouden eigenlijk vooral de gevolgen van de coronapandemie besproken worden. Maar de oorlog in Oekraïne en de gevolgen daarvan voor het toch al broze wereldwijde herstel staan prominenter op de agenda.
Zowel de Russische minister van Financiën als de Oekraïense minister van Financiën neemt virtueel deel aan de bijeenkomst. Moskou heeft de Russische vice-minister van Financiën gestuurd om de besprekingen persoonlijk bij te wonen. Ook een hoge functionaris van de centrale bank is fysiek aanwezig.
Bankrekening
Andere kwesties die de ministers bespreken, naast de voedselcrisis, zijn onder meer digitale financiële inclusie. Nog zeker een miljard mensen op de wereld heeft nog geen toegang tot een bankrekening.
Verder gaat het ook om de herziening van internationale belastingregels. De landen hebben vorig jaar onder meer afgesproken dat multinationals vanaf 2023 minimaal 15 procent belasting gaan betalen, ongeacht het land van vestiging.