Inspectie dwingt bedrijven desnoods tot statiegeld op blikjes
Bedrijven komen niet zomaar onder de verplichting uit om vanaf volgend jaar statiegeld te heffen op blikjes. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) wil ze desnoods dwingen met een zogeheten last onder dwangsom, zo laat de toezichthouder weten.
De sector gaf aan dat het niet gaat lukken om voor de afgesproken datum van 31 december dit jaar het systeem klaar te hebben. De branche kampt onder meer met personeels- en grondstoffentekorten. Invoering op 1 april volgend jaar zou wel haalbaar zijn.
Zeventien partijen die het nieuwe systeem voor statiegeld op blik moeten optuigen, kunnen gezamenlijk een dwangsom van 28 miljoen euro tegemoet zien. Zij hebben nog vier weken de tijd om hun zienswijze kenbaar te maken aan de ILT. Lukt het wel om op tijd het systeem klaar te hebben, dan wordt de dwangsom niet geïnd.
De ILT wil er „paal en perk aan stellen” dat de wet voor het statiegeld op blik niet wordt nageleefd, laat de inspectie weten in een verklaring. Dat de datum van 31 december niet haalbaar zou zijn „zien wij toch echt anders”, aldus de ILT.
Staatssecretaris Vivianne Heijnen (Milieu) zei al dat de datum van 31 december vaststaat, en dat anders de inspectie kan ingrijpen. Dat de sector het systeem niet voor de afgesproken datum op orde heeft, noemde ze „zeer teleurstellend”.
Op blikjes moet 0,15 euro statiegeld worden betaald per 1 januari 2023. Door de maatregel moet het aandeel blik in zwerfvuil drastisch verminderen, hoopt het kabinet.
Stichting Afvalfonds Verpakkingen houdt in een reactie vast aan een ingangsdatum van 1 april. Daarmee wil de organisatie naar eigen zeggen „voorkomen dat er geen statiegeld kan worden uitgekeerd op blikjes waar de consument wel statiegeld voor betaald heeft” omdat dat het vertrouwen in het statiegeldsysteem kan aantasten. „We willen chaos in de winkel voorkomen.” Het Afvalfonds stelt in de geest van de wet te handelen door op 1 april een goed werkend statiegeldsysteem voor blikjes te hebben omdat „daarbij zwerfafval daadwerkelijk voorkomen gaat worden”.