Aandacht op Europese beurzen voor inflatiecijfer VS
De aandacht van beleggers in Europa gaat woensdag vooral uit naar het inflatiecijfer dat later op de dag in de Verenigde Staten bekend wordt gemaakt. De inflatie speelt een belangrijke rol bij het rentebeleid van de Amerikaanse centralebankenkoepel Federal Reserve. Bij een hoger dan verwachte inflatie kan de Fed de rente sterker blijven verhogen.
Economen verwachten in doorsnee dat de Amerikaanse inflatie in juni is uitgekomen op 8,8 procent op jaarbasis, tegen 8,6 procent in mei. De inflatie in de VS wordt vooral aangejaagd door de sterk gestegen brandstofprijzen. De Fed verhoogde vorige maand de rente met 0,75 procentpunt, de sterkste renteverhoging sinds 1994. Mogelijk gaat de Fed bij zijn beleidsvergadering later deze maand de rente opnieuw verhogen met driekwart procentpunt.
Uit Europa staan nog gegevens over onder meer de industriële productie in de eurozone op de rol, net als een definitief inflatiecijfer uit Duitsland.
Speciaalchemieconcern Corbion maakte bekend topman Olivier Rigaud voor te dragen voor herbenoeming. Rigaud werd aangesteld in 2019 en zijn huidige termijn loopt tot mei 2023. Navigatiedienstverlener TomTom kondigde aan navigatiediensten en kaarten te leveren voor de nieuwe Opel Astra.
Verder blijft de wisselkoers van de euro tegenover de dollar in de belangstelling staan. De eenheidsmunt bereikte dinsdag kortstondig voor het eerst in twintig jaar pariteit met de dollar, wat betekent dat de twee munten exact evenveel waard zijn. De euro was woensdagochtend 1,0063 dollar waard.
Op basis van de openingsindicatoren lijken de Europese beurzen lager aan de handel te gaan beginnen. De Amsterdamse AEX-index sloot dinsdag met een plusje van 0,2 procent op 670,68 punten. In Parijs, Frankfurt en Londen waren koerswinsten tot 0,8 procent te zien. Op Wall Street gingen de hoofdgraadmeters tot 1 procent omlaag.
De olieprijzen waren woensdagochtend vrijwel onveranderd. Een dag eerder gingen olieprijzen nog hard onderuit door zorgen over een economische recessie en een zwakkere vraag naar olie. De prijs van een vat Amerikaanse olie noteerde iets lager op 95,81 dollar en Brentolie was 99,51 dollar per vat waard.