De bevindingen van de Lagerhuiscommissie voor defensie contrasteren met de opvatting van de regering van premier Blair. Die blijft erbij dat de situatie in Irak aan het verbeteren is en dat eind 2005 de terugtrekking van buitenlandse militairen kan beginnen.

Anders dan Blair, dinsdag tijdens zijn verrassingsbezoek aan Irak, konden de parlementariërs geen bezoek brengen aan de hoofdstad Bagdad. Hun veiligheid kon daar niet worden gegarandeerd. Zelfs Blair moest toegeven dat de strenge veiligheidsmaatregelen rond zijn bezoek duidelijk maken hoe gevaarlijk de situatie in het land is.

Volgens een vooraanstaand lid van de commissie duurt het zeker tien tot vijftien jaar voordat alle troepen Irak met een gerust hart kunnen verlaten. „Het is een tweede Cyprus. De Irakezen zijn eenvoudigweg niet opgewassen tegen de veiligheidssituatie en zullen dat de eerstvolgende jaren ook niet zijn”, zei hij.

Labour-parlementariër en commissielid Mike Gapes vergeleek de situatie dinsdag tijdens een debat in het Lagerhuis met die in Kosovo en Bosnië. „We praten niet over een betrokkenheid voor een of twee jaar, maar veel meer jaren. We moeten eerlijk toegeven dat we hier zelf aan begonnen zijn en dat we het nu ook af moeten maken”, aldus Gapes.

Blair was dinsdag naar Bagdad gevlogen aan boord van een Brits legervliegtuig dat ’s ochtends was vertrokken vanuit Jordanië. De helikopter bracht hem naar de Groene Zone, het zwaarbewaakte Iraaks-Amerikaanse bestuurscentrum aan de Tigris. Behalve met politici sprak hij daar met de Amerikaanse bevelhebber van de multinationale strijdmacht George Casey en met de Britse commandant John Kiszely.

Om veiligheidsredenen was het bezoek niet vooraf aangekondigd. Het was voor het eerst dat Blair een bezoek bracht aan de Iraakse hoofdstad.