Economie

Opnieuw harde woorden over pensioenen

De strijd verplaatst zich van het Museumplein naar de CAO-onderhandelingstafel. Het veelgeprezen sociaal akkoord dat dit najaar werd gesloten tussen vakbonden, werkgevers en werknemers bevat veel losse eindjes. De messen worden nu opnieuw geslepen. Betrokkenen voorspellen uiterst moeizame onderhandelingen.

Ad Ermstrang
22 December 2004 10:55Gewijzigd op 14 November 2020 02:02

In november kwam er een einde aan een periode van sociale beroering. Geheime onderhandelingen brachten rust in de polder. Na maanden touwtrekken spraken de vakbonden juichend over het Museumpleinakkoord. Nog geen twee maanden later is de vreugde voorbij en zijn de eerste harde woorden alweer gevallen.

Zoals MKB-Nederland-voorman L. Hermans al voorspelde, zou er voor de onderhandelaars over de CAO’s in de diverse bedrijfstakken voldoende werk overblijven. Die woorden blijken maar al te waar, nu van verschillende zijden de opwarming voor het echte onderhandelingswerk plaatsheeft. Weer staan het prepensioen en de levensloopregeling in het middelpunt van de belangstelling.

De werkgevers willen, nu het kabinet de fiscale voordelen gaat schrappen, definitief af van VUT en prepensioen. Zowel werkgeversorganisatie MKB-Nederland als de belangenorganisatie voor de grote concerns, VNO-NCW, geeft zijn leden het advies terughoudend te zijn bij het repareren van het prepensioen. Reparatie kan volgens de werkgevers leiden tot een sterke kostenstijging. Bovendien doorkruist dat het streven ouderen langer te laten doorwerken.

Willen werknemers toch eerder stoppen met werken, dan is dat volgens de werkgevers hun eigen verantwoordelijkheid. Daarvoor kunnen een deel van de ADV- en andere verlofdagen worden gebruikt. Van FNV-zijde werd deze week woedend gereageerd dit standpunt. De vakbond had gehoopt in een aantal gevallen de prepensioenmogelijkheid (gedeeltelijk) in stand te houden.

Hetzelfde geldt voor de levensloopregeling. Ooit bedacht een aantal CDA’ers, onder leiding van de huidige minister-president Balkenende, deze spaarregeling die het mogelijk moet maken om een periode met (zorg)verlof te gaan. Door de problemen rondom het prepensioen dreigt de constructie te worden omgebogen tot een vervanging van het prepensioen. Werknemers kunnen belastingvrij 12 procent van hun jaarinkomen sparen, tot een maximum van 210 procent. Dat maakt het ook mogelijk om drie jaar eerder te stoppen met werken, zo is de gedachte.

Van vakbondskant wordt verwacht dat de werknemers in ieder geval de financiële ruimte die vrijkomt bij het verdwijnen van het prepensioen voor deze regeling benutten. MKB-voorzitter L. Hermans rekende dinsdag af met deze gedachte. Volgens hem is dit geld hard nodig om de overgangsregelingen voor de afschaffing van VUT en prepensioen en om de stijgende premies voor het ’echte’ pensioen (na 65 jaar) te betalen. Het dure verlofsparen is in zijn ogen een eigen verantwoordelijkheid van de werknemer.

Volgens Hermans heeft de overheid de verlofspaarregeling „zo dichtgetimmerd dat werkgevers deze moeilijk kunnen afstemmen op hun bedrijf of sector. Wij hebben alleen de vrijheid om te kiezen of we wel of niet deelnemen en wij doen niet mee.” Het is MKB-Nederland vooral een doorn in het oog dat ze hun bijdrage niet mogen bestemmen voor bijvoorbeeld het sparen van vroegpensioen.

Een ander geschil betreft de ziektekosten. MKB-Nederland wil -net als VNO-NCW overigens- werknemers in het eerste ziektejaar meer prikkelen om zo snel mogelijk aan het werk te gaan, door hun loon niet meer aan te vullen tot 100 procent. Nu krijgen de meeste personeelsleden wel hun volledige salaris in het eerste ziektejaar uitbetaald. In het sociaal akkoord is gesproken over 170 procent in twee jaar. Werkgevers zullen inzetten op een flinke korting in het eerste jaar, de vakbonden proberen die korting zo veel mogelijk naar achteren te verschuiven of ongedaan te maken.

En dan is er nog een loonconflict. Hermans reageerde dinsdag enigszins verbitterd op de „starre houding van de vakbonden”, die inzetten op een stijging van 1,25 procent, terwijl in het midden- en kleinbedrijf de loonruimte in de meeste gevallen dicht tegen of op de nullijn ligt. „De vakbondseisen gaan volstrekt voorbij aan de realiteit”, aldus Hermans, die eveneens de houding van minister en partijgenoot Remkes, die binnen het kabinet meer loon voor ambtenaren bepleit, hekelde.

De voorzitter van de koepelorganisatie voor het midden- en kleinbedrijf beklemtoont dat er alleen maar ruimte voor meer loon is wanneer de economie weer groeit en de banenmarkt aantrekt. Over de te verwachten economische groei lopen de meningen uiteen, maar vaststaat dat die voorlopig zeker niet uitbundig zal zijn. Wanneer de vakbonden in de loononderhandelingen aan hun collectiviteitsdenken vasthouden, wordt de hete herfst gevolgd door een warme winter.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer