Zonnepanelensector volgens kenners te sterk afhankelijk van China
Zonnepanelen en alle technologie daarachter zouden niet meer vrijwel alleen uit China moeten komen. Volgens het Internationaal Energie Agentschap (IEA) gaat het niet lukken om aan klimaatdoelen te voldoen als er geen extra toeleveringsketens in andere landen bij komen.
De wereldwijde productiecapaciteit voor zonnepanelen is de afgelopen tien jaar in toenemende mate verplaatst van Europa, Japan en de Verenigde Staten naar China, staat in een nieuw rapport van de denktank voor de energiesector. De Chinezen zouden door al hun investeringen en innovatie tegenwoordig goed zijn voor meer dan 80 procent van de markt en dat aandeel loopt komende jaren waarschijnlijk nog verder op tot ruim 95 procent.
„China heeft een belangrijke rol gespeeld bij het wereldwijd verlagen van de kosten voor zonne-energie”, legt IEA-directeur Fatih Birol uit. Maar het feit dat de sector zo geconcentreerd is in China brengt volgens hem ook beperkingen met zich mee. Hij wijst op vertragingen en hogere prijzen als gevolg van leveringsproblemen. Mede door de strenge coronarestricties in China komen de knelpunten de laatste tijd steeds meer naar de voorgrond.
Maar om internationale energie- en klimaatdoelen te halen moet de wereldwijde inzet van zonnepanelen volgens schattingen van zijn bureau op een ongekende schaal groeien. Dit zou een grote extra uitbreiding van de productiecapaciteit vereisen. Bijvoorbeeld voor belangrijke grondstoffen, waaronder polysilicium, zou de capaciteit rond 2030 al meer dan twee keer zo hoog moeten liggen als nu het geval is.
In het rapport staat ook dat de zonnepanelenindustrie in China zelf voornamelijk draait op energie uit steenkool. Daar verandering in brengen helpt natuurlijk ook bij de klimaataanpak. Toch wordt dat door het IEA niet als heel groot argument genoemd om meer zonnepanelen in andere landen te laten maken. Dat komt omdat zonnepanelen de forse CO2-uitstoot in hun productiefase gemiddeld toch binnen vier tot acht maanden zouden hebben terugverdiend als ze eenmaal zelf energie opwekken. Dat is volgens de denktank relatief kort als je ervan uitgaat dat zonnepanelen zo’n 25 tot dertig jaar mee kunnen gaan.