Kerk & religie

Heerlijke belofte

Johannes 6:37

Wilhelmus à Brakel
7 July 2022 08:12
beeld RD
beeld RD

„Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal lk geenszins uitwerpen.”

Langzamerhand komt er meer kennis en geloof dat de Heere Jezus door het Evangelie, een ieder die het hoort, roept: „Die wil, mag komen.” Hij wordt in het bijzonder door de Heere Jezus geroepen, met de belofte dat Hij hem die komt niet zal uitwerpen. Hierdoor wordt de hoop weer levendig en zuiverder dan tevoren. Zij wenden zich naar Hem toe, zij zien naar Hem uit, zij wachten dan in stille bedaardheid, omdat het een vrije genade is. Zij zijn machteloos –dan met hoop bezet, dan met bestrijding en droefheden– totdat die Hem aannemen meer vrijmoedigheid krijgen om zich onvoorwaardelijk aan Hem over te geven en alles op Hem zetten. Zo komen ze met de heiligheid en voldoening van hun aangenomen Borg tot God en vragen Hem door de opstanding van Jezus Christus uit de doden: „Is Christus niet mijn Borg? Heeft Hij voor mijn zonden niet betaald? Ben ik nu niet verzoend met U? Zult Gij mij dan nu niet in genade aannemen?” Ze omhelzen al de beloften van God in Zijn Woord, wat een gedurige stem van de hemel is.

In het algemeen komt deze of gene Schriftplaats krachtig op hun hart. Zo horen ze door het geloof beloften als een antwoord van God en drukken die dan op hun hart, als aan hen gedaan, omdat zij die gestalten, in die plaatsen vermeld, in zich bevinden.

Wilhelmus à Brakel,
predikant te Rotterdam

(”Redelijke Godsdienst”, 1893)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer