James Hardie vergoedt asbestlijders royaal
De Australische fabrikant van bouwmaterialen James Hardie Industries NV, die statutair in Nederland is gevestigd, is een nieuwe schaderegeling voor asbestslachtoffers overeengekomen.
Een fonds voor de asbestslachtoffers is uitgebreid tot 1,5 miljard Australische dollar (855 miljoen euro); dat bedrag kan op termijn oplopen tot het drievoudige. De betrokken partijen maakten het akkoord dinsdag bekend na ruim een jaar touwtrekken. De voorzitter van de vereniging van slachtoffers, Bernie Banton, sprak van „een gedenkwaardige dag.”
James Hardie richtte begin 2001, rond de verhuizing van het hoofdkantoor naar Nederland, een fonds voor schadeloosstelling op van 293 miljoen Australische dollar (167 miljoen euro). De beheerder liet vorig jaar oktober weten bijna door het geld heen te zijn. Daarop volgde een overheidsonderzoek met als conclusie dat Hardie het publiek had misleid door te suggereren dat genoeg geld opzij was gezet om alle claims te dekken.
De onderzoekscommissie liet in september weten dat ten minste 1,5 miljard dollar nodig is. Dat bedrag is nu overgenomen. Elk jaar komt er een nieuwe raming. Volgens de Australische vakbonden kan dat ertoe leiden dat het bedrag op de lange termijn uitkomt op 4,5 miljard dollar. De overeenkomst dekt alle claims voor een periode van ten minste veertig jaar en mogelijk zeventig jaar.
De aandeelhouders van James Hardie moeten de regeling nog goedkeuren. Ze komen vermoedelijk in juni bijeen. Beleggers op de effectenbeurs in Sydney toonden zich dinsdag ingenomen met het akkoord omdat het voor James Hardie een eind maakt aan de grote onzekerheid rond de asbestaffaire. De koers van de aandelen van het bedrijf sloot ruim 6 procent hoger.
In een reactie op de nieuwe regeling spreekt voorzitter H. van der Kolk van FNV Bondgenoten van een groot succes. „James Hardie is voor de volle 100 procent over de brug gekomen. De kwestie laat zien dat globalisering ook in het voordeel van werknemers kan werken.”