Zeewier, het product van de toekomst
Wakame of Royal Kombu op je bord? Dat kan en het smaakt nog verbluffend lekker ook. Wetenschappers spreken zelfs over „een duurzame voedselproductie voor miljarden mensen.”
De consument moet er nog aan wennen. Zeewier, want dat is het, klinkt namelijk minder smakelijk dan het in werkelijkheid is. Daar komt bij dat de medische wereld volgens promotors een stapje terug zou kunnen: tientallen gezondheidsclaims op tal van websites schotelen de lezer voor dat zeewier cholesterol vermindert, tegen hart en vaatziekten helpt, de bloedruk verlaagt, de genezing van maagzweren bevordert, astmatische symptomen verlicht, tegen migraine helpt, benen, tanden en haar versterkt en uitzaaiing van tumoren voorkomt. Enzovoorts. Kortom, als de geneeskrachtige pretenties van deze zeegroente op waarheid berusten, dan ligt een gouden toekomst in het verschiet.
Daarnaast heeft zeewier een hoog vezelgehalte, bevat wakame tien keer zoveel calcium als melk en zeesla en 25 keer meer ijzer dan vlees. En, niet onbelangrijk, slechts 1 tot 2 procent vet. Het is dan ook opmerkelijk dat de consument het product nauwelijks kent. Ook niet als smaakversterker of zoutvervanger.
Onbekend maakt onbemind, denkt Sjaak Smeins, verkoopmanager van de Dutch Seaweed Group (DSG). Samen met eigenaar/ investeerder Henk-Jan Bokhorst en zeewierspecialist Julia Wald is hij een van de partners in het project. DSG is de grootste zeewierproducent van ons land en is gevestigd op drie locaties in Zeeland. De hatchery, waar de sporen –plat gezegd: het zaad– vermenigvuldigd en opgekweekt worden, staat in Kamperland. De zeewierboerderij waar de wieren groeien en worden geoogst, bevindt zich bij de Schelphoek, in de buurt van Serooskerke. De verwerking tot consumptierijp artikel gebeurt vervolgens in Yerseke.
Zeewierboerderij
In relatief korte tijd heeft het initiatief vorm gekregen. Smeins: „In eerste instantie wilden we investeren in een duurzaam zeewierproject om dat beter in de markt te zetten. Daar bleek niet zoveel behoefte aan. Tegelijkertijd ging er een zeewierboerderij in Zeeland failliet, omdat de initiatiefnemer overleed. Het bedrijf kwam te koop. Julia was daar werkzaam. Ze was bereid om met ons in zee te gaan. Voor ons waren haar achtergrond (Wageningen Universiteit & Research) en deskundigheid voorwaarden om dat bedrijf over te nemen. In oktober 2020 hebben we de boedel gekocht.”
Nieuwe heren, nieuwe wetten. Direct werd de oogstlocatie bij de Schelphoek grondig aangepakt. „Zeewier groeit aan touwen die in een halve cirkel in het water aan drijvers hangen. De vorige eigenaar kweekte te dicht op elkaar. Dan heb je weliswaar meer productie, maar het is lastiger oogsten. We hebben alles uit het water moeten halen om de nieuwe inrichting mogelijk te maken. We hebben ook de drijvers vernieuwd. Ze zijn nu kleiner. Dat is visueel mooier en ze schommelen minder hard bij storm, waardoor er minder productieverlies is.”
Door de afgelopen voorjaarsstormen is een deel van de in september 2021 ‘gezaaide’ oogst verloren gegaan. Dat is zo’n 20 procent van het totaal, schat de verkoopmanager. Storm is dan ook de grootste bedreiging voor het kweekbedrijf. Andere gevaren zijn temperatuurstijging en gevaarlijke stoffen. „Zeewier is net een spons die alles opneemt. Gelukkig is de Oosterschelde een van de schoonste watergebieden van ons land. Desondanks meten we constant de waterkwaliteit en de inhoudstoffen van het zeewier.”
De 90.000 kilo wier die van maart tot half mei wordt geoogst –daarna is het water meestal te warm– gaat naar Yerseke voor verdere behandeling. Daar kan het naar keuze worden gewassen, gesneden, geblancheerd, gezouten en/ of ingevroren. Een ander deel ondergaat een droogproces om te verwerken tot bijvoorbeeld smaakversterker of zoutvervanger in gerechten.
Hatchery
Maar alleen een ‘boerderij’ hebben is niet voldoende. Ook uitgangsmateriaal is nodig. Uit moederplanten worden sporen geoogst en in de hatchery in Kamperland vermeerderd en opgekweekt. Die kweek wordt gekoeld en onder rode lampen bewaard, tot het moment van bevruchting. De mannelijke en vrouwelijke sporen die onder de rode lampen bij elkaar uit de buurt blijven, zoeken elkaar op zodra ze met wit licht in aanraking komen; vervolgens vindt de bevruchting plaats. Na deze fertilisatie worden de zogenoemde sporofyten op zaailijnen gespoten en in de hatchery in grote bakken opgekweekt totdat de jonge plantjes groot genoeg zijn om ‘uitgehangen’ te worden in drijvende percelen.
„We hebben alles zelf moeten uitvinden”, vervolgt Smeins. „Vanwege de coronarestricties konden we niet naar Azië om te zien hoe daar wordt geproduceerd. Maar ik denk dat 95 procent van de beslissingen die we hebben genomen, de juiste zijn geweest.”
Zeewierboerderijen vormen een relatief nieuw fenomeen in Nederland, vertelt eigenaar Bokhorst. „De meeste wieren worden gedroogd vanuit Azië geïmporteerd. Dat is goedkoper, maar het transport is niet echt duurzaam. Daarnaast is de herkomst lastiger te achterhalen evenals de inhoudstoffen.”
Hele jaar voorraad
Ook in Noorwegen en Schotland zijn kwekerijen. De enige serieuze concurrent in Nederland oogst zogenoemde wilde zeewieren van de bodem en kan alleen in het seizoen verse producten leveren. „Doordat wij een groot deel invriezen hebben we het hele jaar voorraad.” Drogen is voor DSG een gelegenheidsoplossing, legt de investeerder uit. „We doen het omdat er vraag naar is, maar je raakt dan wel voedingsstoffen kwijt.”
Omdat een goede droger voor deze zeegroente niet bestond, moest ook die ontwikkeld worden. En daarom staat op de locatie in Yerseke een verwerkingsmachine voor zeewier, uniek in Europa. De verwerking is BRC-gecertificeerd en voldoet daarmee aan de kwaliteitseisen voor voedselproductie.
Naast een hoog duurzaamheidsgehalte bevat het zeewier een opmerkelijke hoeveelheid gezonde voedingsstoffen. „De geneeskrachtige werking kunnen we niet wetenschappelijk onderbouwen, maar dat de Wakame en Royal Kombu die wij kweken veel vezels, vitaminen en andere mineralen bevatten, is een feit.”
Toch is de belangrijkste motivatie van de initiatiefnemers om in de kweekwieren te stappen het duurzaamheidsaspect. „We gebruiken geen grond, geen meststoffen en geen zoet water. Ons zeewier is het voedsel van de toekomst met zijn grote en gezonde voedingswaarden. We hoeven er ook niet rijk van de worden. Als we in aanvang uit de kosten komen, is dat voldoende.”
Groente en smaakversterker
Van dat laatste is nog geen sprake, maar daar wordt hard aan gewerkt. Voorraad is er inmiddels genoeg, zodat de vraag vanuit de markt verder ontwikkeld kan worden. Oorzaak is volgens Smeins en Bokhorst de onbekendheid van het product bij de consument. „Het publiek weet weinig over de toepassing van zeewier als groente of smaakversterker. Het is nog wel een uitdaging om daar verandering in aan te brengen. Eerst wilden we laten zien dat het mogelijk is om zeewier duurzaam te kweken. Dat is nu gelukt. De volgende stap is het vermarkten. In augustus krijgen we officieel een biocertificaat. Ook dat helpt daarbij.”
Diervoeder
Zeewier is niet alleen geschikt voor menselijke consumptie, maar het vormt ook een prima ingrediënt voor diervoerder, verzekert Bokhorst. “„Het is bijvoorbeeld als proef verwerkt in varkensvoer. Daaruit blijkt dat het beter voor het maag-darmstelsel van deze dieren is. Daarnaast bindt zeewier CO2, zorgt het voor Omega3-vetten in vis, bevordert het de biodiversiteit in het water en kan er energie uit gewonnen worden.”
Vooralsnog houdt DSW het bij productie voor menselijke consumptie en bij de soorten Wakame en Royal Kombu: zogenoemde bruine wieren, die geblancheerd zeer smaakvol zijn. „Je kunt die soorten bijvoorbeeld vers eten als stampot, in plaats van andijvie of boerenkool. Omdat ze een milde zilte smaak hebben, hoef je geen zout toe te voegen. Daarnaast smaken ze lekker als salade met dressing.”
Beide mannen zijn ervan overtuigd dat de vraag de productie zal overstijgen, zodra de consument de smaak en voedingswaarde van het superfood heeft ontdekt. Daarom is het mogelijk om op de huidige locatie de kweekpercelen uit te breiden van 5 naar 10 hectare. De initatiefnemers durven zelfs te dromen van meer waterboerderijen in de Oosterschelde, ook op plekken waar dat op dit moment vanwege Natura 2000 nog niet veel mogelijk is. „Zeewier is immers een natuurproduct met vrijwel geen foodprint en het bevordert de natuurlijke biologie.” Wat de toekomstplannen daarna zijn? „Honderden hectares zeewier voor de kust van Afrika om grote delen van de bevolking daar te voeden.”
Water en zonlicht
De Royal Kombu en Wakame die de Dutch Seaweed Group teelt, vallen onder de bruinwieren. Om te groeien hebben ze alleen water en zonlicht nodig. Ze halen hun voedingstoffen uit het water en zetten deze om in energie.