Prisma: Waken voor gebonden hulp in ontwikkelingswerk
In de vrijdag verschenen nota van minister Liesje Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) is het „balanceren tussen Nederlandse belangen en internationale verantwoordelijkheden”, signaleert de christelijke koepelorganisatie Prisma.
Schreinemacher wil ontwikkelingshulp meer binden aan het Nederlandse bedrijfsleven. Ze gaat daarmee een proef doen om bij investeringen in logistieke projecten te „streven” naar 70 procent betrokkenheid van het Nederlandse bedrijfsleven. Bij de proef gaat het nu om 150 miljoen euro. Dat loopt op naar 200 miljoen.
Prisma schrijft in een reactie op de beleidsnotitie dat moet worden gewaakt voor zogeheten gebonden hulp. Dat houdt in dat Nederlands ontwikkelingsgeld via Nederlandse bedrijven besteed moet worden. De „mensgerichte ontwikkelingsimpact” mag bij de besteding van hulpgeld „niet ondergeschikt raken aan handelsbelangen”, aldus de christelijke koepelorganisatie. Nederland stopte eerder met gebonden hulp, omdat die niet transparant en kosteneffectief zou zijn.
In het hoofdstuk over ontwikkelingssamenwerking ziet Prisma „over het algemeen een voortzetting van het huidige beleid.”
Doelstellingen zijn soms „al te abstract geformuleerd”, aldus Maarten van Nieuw Amerongen, politiek adviseur bij Woord en Daad, een van de leden van Prisma. „Het wát is duidelijk, het hóe minder. In de Afrikastrategie zien we graag geconcretiseerd hoe gewerkt wordt aan perspectief voor jongeren en investeringen in lokale markten en lokale voedselproductie.” Prisma vindt dat meer uitwerking nodig is om te voorkomen dat kwetsbare doelgroepen over het hoofd worden gezien.
De koepel is blij dat in de nota de rol van religieuze actoren en op religie gegronde organisaties binnen het maatschappelijk middenveld wordt onderkend. „Een goede zaak, aangezien zij een belangrijke rol vervullen in het bevorderen van duurzame ontwikkeling.”
Religie-taskforce
Prisma wijst er onder meer op dat uit onderzoek blijkt dat 84 procent van de wereldbevolking zich als gelovig identificeert. De koepel moedigt de minister aan om „blijvend aandacht te hebben voor de rol van religie” in ontwikkelingssamenwerking. Een van de suggesties is om een „religie-taskforce” op haar ministerie op te zetten.
Kritisch is de organisatie op de titel van de nota – ”Doen waar Nederland goed in is”. Die „suggereert een grote mate van maakbaarheid.” Verder had de ambitie in het regeerakkoord –”Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst”, zoals de titel luidde– „best nog wat steviger aangezet mogen worden.” Kamerleden worden opgeroepen de minister in het debat van aankomende maandag „in deze geest te bevragen, de stem te zijn van hen die niet voor zichzelf kunnen opkomen en erop toe te zien dat niet alleen het aanbod, maar juist ook de behoefte en vraag van de ander leidend zal zijn.”