Volgens de Spaanse autoriteiten kwamen de migranten uit landen van „beneden de Sahara”. Ze zouden goed georganiseerd zijn en geweld hebben gebruikt. Marokko heeft een grote hoeveelheid troepen ingezet om de bestorming af te slaan en werkte daarbij actief samen met de aanwezige Spaanse veiligheidstroepen. Langs de 12 kilometer lange grens van Melilla staan hoge hekken met prikkeldraad. Met wachttorens en videocamera’s wordt de grens bewaakt.

Het is de eerste keer dat een grote groep migranten Melilla probeert te bereiken sinds de diplomatieke betrekkingen tussen Marokko en Spanje zijn genormaliseerd. Toen de landen vorig jaar ruzie hadden over de status van de Westelijke Sahara, bestormden in de zomer groepen van soms wel duizenden migranten de enclaves Melilla en Ceuta. Nadat de banden waren aangehaald, kreeg de Marokkaanse grenspolitie de situatie weer onder controle.

De enclaves Melilla en Ceuta in het noorden van Marokko zijn een geliefd doel van illegale migranten, omdat ze zo Spanje en de Europese Unie kunnen bereiken zonder de Middellandse Zee te hoeven oversteken. Spanje betaalt daarom veel geld aan Marokko om de grens te bewaken. De twee kleine stukken land zijn al 600 jaar Europees bezit en er wonen 170.000 mensen. Ceuta ligt iets ten zuiden van Gibraltar en Melilla 225 kilometer oostelijker. Marokko maakt ook aanspraak op de gebieden.