Zoek verbinding met gezin dat veiligheid mist
Huiselijk geweld stopt alleen wanneer omstanders willen begrijpen én ingrijpen. Laten ze dan zoeken naar verbinding met de ouders van het gezin en met hen in gesprek gaan.
Van oudsher beschouwen christenen het gezin als hoeksteen van de samenleving. Als kerkelijke gemeenschappen kunnen en moeten we bouwen aan sterke gezinnen, zodat ze die hoeksteen ook daadwerkelijk kunnen vormen. Dit doen we door ouders te steunen bij de opvoeding, solidair te zijn met ouders die het moeilijk hebben en een klimaat te scheppen waarin gezinsleden durven te praten over onveiligheid, als die binnen het gezin (dreigend) aan de orde is.
Dat we hiervoor niet eerst naar de kerkleiders moeten kijken, maar vooral dicht bij ons eigen huis moeten blijven, bewijst het verhaal van Ella, een ‘gewone’ vrouw in een ‘gewone’ Vinex-wijk in een middelgrote stad. Ze is moeder van vier kinderen en fulltime thuis.
Het was een mooie zomermiddag. Zo’n dag waarop de meeste mensen hun deuren en ramen open hebben staan. Ella hoorde al voor de derde keer die week haar achterbuurvrouw tekeergaan tegen haar driejarige zoontje Abel. In niet mis te verstane bewoordingen gaf deze buurvrouw aan Abel te kennen dat ze zijn gedrein zat was, dat ze geen zin had in weer een middag gezeur. Dat ze eigenlijk geen zin had in hém. Ella voelde een knoop in haar buik bij het aanhoren van deze tirade. Wat moest ze doen?
Wat Ella toen intuïtief deed, was iets wat veel professionals nog moeten leren of misschien juist door hun professie verleerd zijn. Ella handelde door in verbinding te gaan met het liefhebbende ouderhart dat verborgen lag onder een laag onmacht en frustratie. Ze stapte op deze moeder af en zei: „Volgens mij gaat het niet zo goed met je. Weet je, ik heb een goed idee. Ga jij vanmiddag even lekker naar de stad, dan pas ik op Abel. Ik zet een badje op waarin hij kan spelen en zal goed op hem passen.” Ella had geen oordeel over het gedrag maar schiep voor de moeder ruimte om tot ander gedrag te komen.
De achterbuurvrouw aanvaardde het aanbod en bracht Abel. Toen ze een paar uur later terugkwam, vroeg Ella of ze thee bleef drinken. Eenmaal op de bank zegt Ella: „Vertel eens, wat valt je zwaar in het moederschap?” Er ontstond een mooi gesprek, met over en weer kwetsbaarheid over de rafelige kanten van het moederschap. Aan het einde van de middag waren Abel, zijn moeder en Ella opgelucht en was de moeder opgeladen.
Over wat Ella intuïtief deed, heeft gezinstherapeut en wetenschapper Alice van der Pas in haar ouderschapstheorie uitgebreid geschreven. Mede vanuit dertig jaar praktijkervaring in het begeleiden van gezinnen schrijft zij over vier belangrijke buffers die helpen bij het voorkomen of beëindigen van onveiligheid in het gezin. Deze buffers zijn: een eerlijke taakverdeling binnenshuis, een solidaire gemeenschap rond gezinnen, als ouder in staat zijn om te reflecteren op je eigen handelen en het opdoen van goede-ouderervaringen.
Onbewust werkte Ella mee aan het versterken van de vier buffers. Ze nam even de taak van de moeder over. Ook faciliteerde ze fysieke afstand tussen moeder en kind, waardoor de moeder in de ”reflectiemodus” kon komen en kon nadenken over haar gevoelens en handelen richting haar zoontje. Ze ontdekte de kracht van solidariteit van een medemoeder die haar steunde, op een moment dat ze zich niet van haar beste opvoederskant liet zien. Tot slot deed ze in het persoonlijk gesprek met Ella een goede-ouderervaring op.
Angst voor afwijzing
In het nadenken over het vóórkomen van onveiligheid in gezinnen ligt hier een belangrijke hefboom voor christelijke gemeenschappen. Onderlinge openheid en kwetsbaarheid blijken daarin niet vanzelfsprekend te zijn.
In de afgelopen tijd was ik op bezoek bij ambtsdragers, hulpverleners en politiemensen. Uit verschillende richtingen hoorde ik de klacht dat „onze gezinnen” of „jullie gezinnen” zo lang wachten met het zoeken naar hulp, als er problemen zijn. Niet zelden wordt deze geslotenheid als „de schone schijn ophouden” of „hypocriet” geduid. Is de reden voor die „schone schijn” niet dat er zo vaak geoordeeld wordt en er zo weinig solidariteit is?
De achterkant van schone schijn is angst voor afwijzing. Tegen betrokkenen die signaleren dat gezinnen zo lang wachten met hulp inroepen, zeg ik daarom: reflecteer op het klimaat in de gemeente en op uw eigen handelen. Bent u uit op verbinden of op oordelen? Wat zou u zelf kunnen doen om eerlijkheid en kwetsbaar durven zijn in de gemeente te stimuleren?
Dilemma’s
De eerste opdracht bij het signalen van huiselijk geweld vat ik samen met het woord ”begrijpen”. Zijn er mensen in de buurt die zich willen verbinden met de pijn die elk gezinslid treft bij geweld thuis?
Tegelijk kan het opvoedend handelen wel degelijk onveilig en beschadigend zijn. Daarom is het zeer belangrijk dat er, naast begrijpen, ook sprake is van íngrijpen. Ik bedoel niet direct ingrijpen in de zin van de politie en Veilig Thuis bellen of kinderen uit huis plaatsen. In de eerste plaats bedoel ik met ingrijpen de signalen bespreekbaar maken. Dat vinden veel betrokkenen terecht heel erg moeilijk. Dan sta je voor tal van dilemma’s, zoals: Wat als ik het niet goed zie? Wat als betrokkenen boos worden? Wat als de deur nog meer dicht gaat? Wat als het nog onveiliger wordt? Wat als ik het vertrouwen verlies?
Tegelijk is niets doen geen optie. Geweld stopt niet vanzelf. Ook niet door er met anderen over te praten. Geweld stopt alleen wanneer omstanders willen begrijpen én ingrijpen. In Nederland hebben we voor dit laatste de Wet verplichte meldcode. Daar hoort ook bij dat je benoemt waar volgens jou pijn geleden wordt. Het is mijn ervaring dat je vanuit verbinding veel tegen ouders kunt zeggen. En dat ouders dan zelf ook veel zeggen. Wanneer het lukt om vanuit verbinding te komen tot gedeelde bezorgdheid over de veiligheid, dus dat ouders gaan onderkennen dat de veiligheid in hun gezin moet terugkeren, dan heb je bereikt wat de Wet verplichte meldcode beoogt: eerder en beter ingrijpen bij onveiligheid.
Rechter en Vader
Begrijpen en ingrijpen. Misschien is het beter om deze twee woorden te vervangen door twee waarden: barmhartigheid en rechtvaardigheid. Is het in de Bijbel beschreven handelen van de Heere niet het grote voorbeeld van het spreken vanuit zowel barmhartigheid als rechtvaardigheid? Al in Genesis 3 komt dit op indrukwekkende wijze openbaar. Direct na de zondeval zegt de Heere: „Adam, waar zijt gij?” Hij had zonder meer de aangekondigde straf kunnen uitvoeren. Maar Hij luisterde Adam tevoorschijn, zoals ik eens las bij een theoloog. De Heere ging niet over het onrecht heen. Hij toonde zich als een rechtvaardige Rechter én een barmhartige Vader.
De auteur is trainer bij ”Salouz - Ieder kind veilig”. Dit artikel is een verkorte weergave van haar lezing tijdens de conferentie ”Een veilig (t)huis - Passend Verbinden” op 17 juni in Gouda.