Cultuur & boeken

Parijs is wel een gids waard

Opeens kwam gids Alec van der Horst tijdens de coronacrisis zonder werk te zitten. Hij maakte van de nood een deugd en schreef een boek over Parijs. Het is een verrassende rondleiding geworden, waarbij de schrijver laat zien welke ideeën in Parijs werden gevormd en hoe die ideeën op hun beurt een stempel drukten op de stad.

Esther Karels-Boonzaaijer
16 June 2022 16:29

In zijn inleiding van ”Stad van ideeën” schetst Van der Horst hoe het er voor de coronacrisis aan toe ging in de hoofdstad van Frankrijk. Soms leek de stad uit zijn voegen te barsten door de grote toestroom van toeristen. Vooral bij het Louvre bereikt de drukte in het hoogseizoen regelmatig een belachelijk niveau. Hoewel hij als gids blij is met het vele werk –en dus inkomen– bekruipt hem ook het gevoel dat de grens bereikt is, dat er iets moet gebeuren. En ziedaar, er gebeurde iets. Enkele maanden later, in maart 2020, is Parijs uitgestorven. Geen rijen, geen volle terrassen, geen geschuifel door musea: de stad is in één keer schoongeveegd. Tijdens die eerste lockdown wordt het idee voor zijn boek geboren. Inmiddels ligt het bijna 400 bladzijden tellende werk in de boekhandel.

De gids is voor even in Nederland als ik hem spreek over ”Stad van ideeën”. Een strakblauwe lucht vormt het decor en de vogels fluiten uitbundig in hartje Amsterdam. Hoe is het nu in Parijs? Weer net zo druk als vanouds? „Nee, dat nog niet”, zegt Van der Horst. „De Aziaten zijn nog niet teruggekomen, dus het is echt wel rustiger. Maar ik heb genoeg werk. Ik verzorg rondleidingen in het Nederlands, Engels en Frans. Ik pak alles aan, als ik maar genoeg tijd heb om me voor te bereiden. Zo ga ik met groepen naar Normandië, naar de landingsstranden, naar Versailles en noem maar op.”

De gids heeft zich ten doel gesteld om vijf maanden „keihard” te werken en inkomen te genereren, om daarna zeven maanden te gaan werken aan een volgend boek. Dat zal gaan over 19e-eeuwse Europese schrijvers en hun ideeën. Van der Horst heeft blijkbaar de smaak te pakken. „Net als tijdens een rondleiding probeer ik in mijn boeken op een leuke manier de aandacht van de lezer vast te houden. De grootste valkuil van een gids is saai worden. Je moet alert blijven. Je groep vervelen, dat mag niet. Belangrijk is de selectie die je maakt: wat vertel ik wel en wat niet, je kunt niet álles vertellen. Vandaar het citaat van Voltaire in ”Stad van ideeën”: „Het geheim van vervelend zijn, is alles vertellen.””

Een citaat van Pascal kreeg een prominente plek als motto: „Je moet van alles een beetje weten, want het is fijner om iets van alles te weten dan alles van iets.” Van der Horst: „Dat principe van Pascal, om een generalist te zijn, wordt natuurlijk steeds moeilijker uitvoerbaar. Toch is het belangrijk om niet alleen de details maar ook de grote lijnen van de geschiedenis te kunnen vertellen. Dat mag niet onmogelijk worden; het blijft mijn ideaal om naast de anekdotes het globale overzicht te geven.”

In ”Stad van ideeën” vertelt Van der Horst in zes chronologische hoofdstukken het verhaal van Parijs, vanaf de stichting door de Romeinen tot aan de aanslagen van 2015. Het boek draait niet alleen om geschiedenis, filosofie speelt een minstens zo grote rol. Onder filosofie verstaat de auteur „het geheel van bewuste en halfbewuste ideeën die we hebben over de wereld en het leven.” Die ideeën veranderen voortdurend en dat zie je terug in de kunst, de architectuur, de monumenten van Parijs.

Van der Horst: „Een goed voorbeeld van zo’n verandering is de overgang van romaanse naar gotische bouwkunst. Enerzijds was er de technische innovatie die dat mogelijk maakte en anderzijds is het de vertaling van een andere godsdienstige beleving. In de twaalfde eeuw brak een voorzichtig optimisme door, een meer vreugdevolle, aardse beleving van God: God is liefde, God is licht. De romaanse kerken waren vrij donker, in de gotische kerken viel het licht royaal naar binnen. Het effect moet spectaculair zijn geweest. De stad was smerig en gevaarlijk en de stank onverdraaglijk, maar zodra je de kathedraal binnenging, viel alle benauwenis van je af. En dat had weer effect op de geloofsbeleving. Het versterkte elkaar: de meer vreugdevolle en aardse beleving van de godsdienst en die prachtige gotische kathedralen.”

Om een hele grote sprong te maken naar de Eiffeltoren, het bekendste bouwwerk in Parijs, welke ideeën liggen daaraan ten grondslag?

„De Eiffeltoren werd gebouwd in 1889 ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling. De toren is allereerst de uitdrukking van een heel optimistisch idee, een uiting van zelfvertrouwen, van geloof in de toekomst. Zoiets als: De toren van Babel kan wel degelijk gebouwd worden, mensen kunnen de krachten van de natuur temmen. Er werd namelijk opgeworpen dat de bouw van de Eiffeltoren veel te gevaarlijk zou zijn. Maar Eiffel was een kundig ingenieur, hij wist dat de constructie stevig genoeg zou worden.

De toren is daarnaast een uitdrukking van nationalisme. Achttien jaar na de verloren oorlog met Pruisen konden de Fransen wel een oppepper gebruiken. De in die tijd hoogste toren van de wereld stond toch maar mooi op Frans grondgebied. De Eiffeltoren was een staaltje van vernuft, waar de Fransen op konden bogen.”

Iedere gids vertelt wel eens een verhaal waarvan je denkt: zou het kloppen? Een boek schrijven is wat anders dan een rondleiding geven. Moet je voor een boek nauwkeuriger de feiten checken?

„De waarheid is nooit helemaal toegankelijk, maar dat is níét hetzelfde als zeggen dat ze helemaal nooit te vinden is. In de academische wetenschap wordt er druk uitgeoefend om te publiceren, je moet iets nieuws toevoegen, mythes ontkrachten. Generaties historici accepteerden het bijvoorbeeld als een feit dat er na de terreur, het schrikbewind tijdens de Franse Revolutie, ”bals des victimes”, bals voor de slachtoffers van de guillotine, werden gehouden. Dat staat ook in mijn boek. Iemand wees mij erop dat recent historisch onderzoek het bestaan van deze feesten ontkent. Het zou gaan om een geromantiseerde, postrevolutionaire mythe. Ook historische waarheden zijn blijkbaar aan verandering onderhevig. Maar het verhaal van die bals blijft tot de verbeelding spreken. Ook al werd er in totaal maar één georganiseerd, dan is dat volgens mij genoeg om het te blijven vertellen.”

Generaties protestanten groeiden op met de uitspraak van Hendrik IV dat Parijs hem wel een mis waard was. Historisch onderzoek heeft intussen aangetoond dat het onwaarschijnlijk is dat hij dat ooit gezegd heeft.

„Dat klopt. Toch is het een mooie, ik zou haast zeggen dichterlijke formule, die kernachtig zijn intentie uitdrukt. Hij schoof zijn persoonlijk geloof aan de kant voor het algemeen belang. Daardoor heeft hij veel voor de protestanten kunnen betekenen. Of hij het dan wel of niet gezegd heeft, is ook weer niet zo heel belangrijk.”

„Kennis van de geschiedenis bevrijdt”, schrijft u. Kunt u daar een voorbeeld van geven?

„Neem de godsdienstoorlogen die in de 16e en 17e eeuw in Europa woedden. Kennis daarover kan ons helpen om te zoeken naar verbinding in onze eigen tijd. Denk aan de schrijver en filosoof Montaigne (1533-1592), die vrienden had onder rooms-katholieken en protestanten. Wij zijn opnieuw steeds meer geneigd om de wereld op te delen in twee kampen. Dat zag je in de Verenigde Staten tijdens de laatste verkiezingscampagne. Je had fanatieke Trump­aanhangers en fanatieke Bidenaanhangers. Beide partijen beschouwden elkaar als dom, slecht en gevaarlijk. Tijdens de coronacrisis zag je dat opnieuw, voorstanders en tegenstanders van het beleid verschansten zich in hun eigen gelijk. Er was geen ruimte voor nuancering. Ik wil niet pleiten voor lauwe neutraliteit of onverschilligheid, maar wel voor het kritisch staan ten opzichte van je eigen opvattingen.”

Ergens anders schrijft u: „Je moet beleefd zijn, niet beleefd nadenken.” Is dat ook niet een vorm van onverdraagzaamheid?

„In de dagelijkse omgang ben je beleefd en beledig je mensen niet, dat is een belangrijk principe. Maar als je in je denken te veel rekening houdt met de gevoelens van anderen, kun je bijna niet meer denken. Denken is een positie innemen, een keuze maken, waarbij je insluit en uitsluit. Dat is per definitie een vorm van beledigen. Het risico dat iemand zich gekwetst voelt moet je voor lief nemen, anders houdt het denken op. Angst om te kwetsen leidt snel tot censuur, zelfcensuur en huichelarij. Vandaar gaat het in een rechte lijn naar boekverbrandingen et cetera.”

De Franse politicus Éric Zemmour noemde onlangs de val van het protestantse bolwerk La Rochelle (1627-1628), waarbij 22.000 doden vielen, als een grote overwinning voor koning Lodewijk XIII. Ongelooflijk kwetsend, zou je zeggen.

„Het is een ijskoude en radicale manier om naar de geschiedenis te kijken. Zemmour is een keiharde realpoliticus, die op een nuchtere manier kosten en baten van beleid afweegt. Alles is geoorloofd als de eenheid en glorie van Frankrijk maar groter worden. Hij was de enige politicus die geen Oekraïense vluchtelingen wilde opnemen. Op het moment dat je ideeën belangrijker vindt dan mensen, wordt het gevaarlijk. Zelfs het beste idee kan dan potentieel een bedreiging vormen.”

Nog even terug naar Parijs. Wat bepaalt voor u de schoonheid van de stad?

„Schoonheid is een subjectief begrip, maar het staat vast dat de stad een ongelooflijke rijkdom aan kunst, musea, kerken en monumenten kent. De verschillende wijken hebben elk een geheel eigen karakter – Montmartre is totaal anders dan het Quartier Latin, de Marais dan de Champs-Elysées. Tegelijk ervaar je overal de eenheid van de stad. In elke wijk ben je ook helemaal in Parijs. Wat ik in mijn boek uitleg, is de wisselwerking tussen opvattingen en bouwwerken. Een gotische kathedraal communiceert een totaal andere opvatting over de wereld dan een 19e-eeuwse boulevard. Parijs is bij uitstek de plek om deze wisselwerking te bewonderen.”

-—

Saint-Etienne-du-Mont

De kerk Saint-Etienne-du-Mont laat een mengeling van bouwstijlen zien. Je herkent de gotische stijl –die dominant was toen de bouw van de kerk begon– in de hoge spitsboogvensters en puntige pinakels. De classicistische stijl, die zijn intrede deed toen de kerk werd afgemaakt, is te herkennen in de zuilen aan de voorkant – die herinneren aan een Griekse tempel. Het classicisme wilde zich weer laven aan de Griekse en Romeinse oudheid. In deze kerk ligt Blaise Pascal (1623-1663) begraven, een geniaal wiskundige, die zich na zijn bekering ontwikkelde tot een belangrijke christelijke denker en apologeet.

-—

Parc Monceau

Het Parc Monceau in het 8e arrondissement is een plek waar je de geest van de romantiek kunt opsnuiven. Het park is een goed voorbeeld van de veranderde opvatting over de natuur. Die wordt niet langer gezien als een vijandelijk gebied dat beheerst dient te worden –zoals in de tuinen van Versailles, waar alles orde en symmetrie ademt– maar als een romantische plaats waar je rust en schoonheid vindt.

-—

Kunstwerk Jeff Koons

Het meest recente monumentale kunstwerk in Parijs is de bos tulpen van de Amerikaan Jeff Koons. Koons is de postmoderne kunstenaar bij uitstek; zijn kunst heeft geen enkele hogere pretentie meer. Ogenschijnlijk staat het werk op een zeer prestigieuze plaats, iets ten zuiden van de Champs-Elysées, maar in werkelijkheid kun je zijn tulpenbos slechts zien vanaf de busparkeerplaats.

Boekgegevens

Stad van ideeën, Een biografie van Parijs, Alec van der Horst, uitg. Ten Have, 400 blz., € 29,99

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer